Dossier:

Het ecosysteem Zomereik:

een verhaal van 1000 soorten...



Inleiding

De Zomereik Quercus robur wordt door zijn imposante verschijning ook wel 'de koning van het plantenrijk' genoemd. Van alle Europese bomen bereikt hij de hoogste leeftijd. Zomereiken met een leeftijd van vijfhonderd jaar vormen geen uitzondering. Er bestaan zelfs exemplaren van meer dan vijftien eeuwen oud.

Het is een warmteminnende boom, die het beste gedijt in een gematigd klimaat. Hij groeit het best op voedselrijke en vochtige grond zonder veen. Hij houdt het meest van zandgrond.  Hij heeft veel licht nodig en ondervindt daardoor een behoorlijke concurrentie van met name de Beuk Fagus sylvatica.

Het verspreidingsgebied van de Zomereik strekt zich uit over heel Europa. Hij groeit algemeen in bossen en meer open gebieden. Hij wordt ook veel aangeplant. De boom bloeit in april-mei.

Bij de Zomereik zijn de eikels en de bloemen langgesteeld. De bladeren zijn zittend tot zeer kortgesteeld.  De bladeren hebben een bladvoet met opvallende gelobde oren met omgebogen randjes. Ze zijn kaal of dragen enkelvoudige haartjes langs de hoofdnerf. De boom heeft een onregelmatig schorspatroon.

De Zomereik is een laatbloeier. Hij draagt pas na een jaar of dertig tot veertig de eerste bloemen. De bloei start ongeveer in mei. De mannelijke bloemen zijn bruin; de vrouwelijke klein en groenachtig.

De boom is éénhuizig; hij draagt zowel mannelijke als vrouwelijke bloemen.

Rond het honderdste levensjaar is deze eik het productiefst.

Net als de Beuk heeft de Zomereik de gewoonte eens in de paar jaar erg overdadig te bloeien en vrucht te dragen: het zogeheten mastjaar. Het optreden van zo’n mastjaar wordt bepaald door de weersomstandigheden. Vorst in het voorjaar kan de vruchtvorming evenwel ernstig belemmeren.

De boom kan uitgroeien tot een hoogte van 35 m. De kruin kan een breedte van wel 40 m bereiken, al wordt de groei in bossen wel beperkt en heeft de kwaliteit van de grond waarin de boom groeit natuurlijk invloed op de groei.

De Zomereik komt veel talrijker voor in Vlaanderen dan andere soorten zoals bijvoorbeeld de Wintereik Quercus petraea en de Amerikaanse Eik Quercus rubra.

De Amerikaanse Eik Quercus rubra is een uitheemse boom die door introductie bij ons terechtkwam. Deze boom wordt veel aangeplant in bossen en verwildert gemakkelijk. De bladeren hebben geen afgeronde, maar puntige lobben. Hij bloeit in mei met groene katjes. De eikels zitten in ondiepe napjes. Deze boom is niet zo geschikt als laanboom, wegens zijn brede kroon. Deze boom heeft een uitgebreid wortelstelsel en een brede kroon en is daarom een geduchte concurrent voor inheemse boomsoorten. De bladeren van deze eik verkleuren zeer mooi maar ze vergaan slechts langzaam. Het insectenleven op deze boom is maar pover, zeker in vergelijking met het rijke insectenleven op een Zomereik. Op vrij zure, voedselarme bodems zonder strooiselophoping blijkt deze boom een belangrijke functie voor zwammen te vervullen.

In sommige gebieden zijn alleen bepaalde “exotische” boomsoorten, zoals de Amerikaanse Eik, oud genoeg om, door de aanwezigheid van spechtengaten en rottingsgaten, onderdak te bieden aan kolonies van vleermuizen. In die gebieden zou men alvast moeten wachten met het kappen van deze exoten totdat inheemse bomen hun rol voor vleermuizen kunnen overnemen.

De Zomereik herbergt zoveel soorten dat we terecht mogen spreken van het “ecosysteem Zomereik”.

Leeswijzer:


Waar we het in de tekst hebben over “Eik” bedoelen we de verschillende Eik-soorten; waar expliciet Zomereik wordt vermeld gaat het om de specifieke boom
De beschrijving van de soorten die op de Zomereik voorkomen gebeurt niet strikt per soortgroep maar eerder “van de hak op de tak” zodat de onderlinge relaties tussen de soorten duidelijker worden. 



Deel 1 De jonge Zomereik
Deel 2 De gezonde, volwassen Zomereik
Deel 3 De eikels: voedsel voor verschillende soorten
Deel 4 De oude en verzwakte Zomereik
Deel 5 De dode Zomereik
Deel 6 Bewerkt eikenhout
Tot slot
Lijst van 1000 soorten op de Zomereik