Het ecosysteem Zomereik:

Tot slot



Tot slot...



De Zomereik heeft naast de economische waarde van het hout en de hoge belevingswaarde als boom in het landschap of het bos een zeer grote ecologische functie in de natuur.

Bomen zijn kleine biotopen op zich, ze fungeren als schuilplaats en verblijfplaats voor veel diersoorten en andere organismen. Ook dienen ze als voedselbron voor veel soorten die rond de boom of in het bos leven. Vogels zijn een goed zichtbaar voorbeeld. Ze maken nesten in bomen en voeden zich met de zaden en vruchten. Maar naast vogels zijn er meer diergroepen die afhankelijk zijn van bomen. Soms als waardplant (een plant die essentieel is voor de groei en vermeerdering van een soort) en soms alleen als bron van voedsel of plek om te schuilen.

Schimmels zoals zwammen komen in veel verschillende soorten en maten op en rond de Zomereik voor.

Veel zwammen zijn afhankelijk van bomen. Omgekeerd zijn de bomen afhankelijk van de mycorrhizavormende zwammen.

Vaak zijn er mossen en korstmossen op de stam te vinden.

Veel soorten insecten zijn afhankelijk van bomen. Deze insecten vormen op hun beurt een voedselbron voor andere dieren. Ook verzwakte, afstervende en zelfs volledig dode bomen bieden een leefomgeving voor zeer veel soorten.

Bomen bieden voedsel (eikels), beschutting en nestelgelegenheid aan vogels.

Bomen geven ook voedsel (eikels) en huisvesting aan verschillende soorten zoogdieren, die in de Zomereik nesten bouwen tussen de takken of in de holtes van oude bomen.

In het bos zijn de vruchten van de Zomereik geliefd bij het Wilde Zwijn.

Minder zichtbaar zijn de kleine knaagdieren zoals muizen. Deze zijn voor het ecosysteem van groot belang omdat ze eikels verspreiden en zelf een belangrijke voedselbron zijn voor roofdieren.

Jonge, oude en dode bomen hebben allemaal een eigen betekenis voor het totale ecosysteem.

Een mix van verschillende leeftijden van bomen zorgt voor continuïteit in het bomenbestand zodat jong en oud elkaar kunnen blijven opvolgen.

Bij een niet ondenkbare verdere opwarming van onze planeet kunnen autochtone Zomereiken een belangrijke rol spelen.

Een breed genetisch spectrum is dan immers zeer belangrijk.

Verschillende autochtone eikenpopulaties en zelfs individuele boomstoven in Vlaanderen hebben zowel de warme vijftiende eeuw als de kleine IJstijd van de zeventiende eeuw doorstaan. Hieruit blijkt hun grote veerkracht bij klimaatveranderingen, gevormd door de lange, natuurlijke selectie.

Onder invloed van de, tot voor kort intensieve exploitatie is de natuurlijke ondergroei in onze eikenbossen min of meer verdwenen. Introducties van autochtoon plantenmateriaal van bijvoorbeeld Winterlinde, Wilde Lijsterbes en Haagbeuk kunnen een meer natuurlijk beeld opleveren van de Eikenbossen. Zij dragen bij aan een verbetering van bosmilieu, in het bijzonder de bodem en humuskwaliteit.

Elk jaar verdwijnen er enkele van de eeuwenoude boskernen en houtkanten. Op andere plaatsen hebben Zomereiken te lijden van verlaging of juist verhogig van de grondwaterstand.

De groeiplaatsen van de Zomereik hebben een hoge ecologische en cultuurhistorische waarde en een groot belang als genenbron.

Het zou goed zijn om de Zomereik een beschermende en definitieve status te geven, altijd en om het even waar hij staat, zowel in de agararische gebieden, de natuurgebieden als in de stedelijke gebieden. 

De Zomereik vormt een levend en waardevol erfgoed.