Zwarte Stern

Chlidonias niger






De Zwarte Stern  Chlidonias niger is een sinds 1984 verdwenen soort in Vlaanderen. In Nederland is het een schaarse broedvogel geworden.

Hij meet 24 cm en komt bij ons voor van april tot oktober.


Het donskleed is goudgeel, bruin en zwart met een witte oogring. Het zomerkleed is een zwart lichaam met een witte onderstaart en donkergrijze vleugels. In de winter is een zwarte vlek opzij van de borst zichtbaar. Zijn voedsel bestaat uit moeras- en waterinsecten, vissen en schaaldieren. De Zwarte Stern broedt in kolonies. Deze vogel vond in Vlaanderen geen geschikte broedbiotoop meer.


Krabbenscheer Stratiotes aloides vormde in het verleden een prima ondergrond voor het nest.


Deze plant is een soort van laagveengebieden.


Het nest is namelijk een drijvend plateau van waterplanten. Nu ontbreken de dichte matten en zijn ze veelal vervangen door Witte Waterlelie Nymphaea alba en Gele Plomp Nuphar lutea.


De matten van de wortelstokken van deze laatste planten blijken echter niet stabiel genoeg, waardoor veel nesten verloren gaan en het lage broedsucces voor een dalende populatie gaat zorgen.  


De resterende vegetaties van Krabbenscheer worden te vaak “geschoond”, zodat er geen dichte matten meer gevormd worden. Een tweede oorzaak van zijn verdwijnen is de ondervoeding van de jongen. Er is een nijpend tekort aan kalkrijk voedsel. Als gevolg van zure regen ontstaat in hoogvenen en vennen een te hoge zuurtegraad met een afwezigheid van vis tot gevolg en in troebel water kan een Zwarte Stern ook geen prooi vangen.


Insecten alleen zijn niet voldoende om jongen groot te brengen. Immers, wanneer alleen insecten worden gevoederd aan de jongen, dan zullen deze lijden aan calciumgebrek.


Ook de verstoring van de broedgebieden heeft zijn bijdrage geleverd aan de verdwijning. Recreatievaartuigen kunnen nesten van deze vogel vernielen.   


In de broedtijd is deze vogel gebonden aan zoet water, zoals ondiepe plassen, moerassen en venen in het binnenland.


In mei-juni legt het vrouwtje 3 eieren. Beide ouders broeden en voederen de nestjongen.  

In de winterkwartieren profiteert hij van de visrijkdom in ondiepe kustwateren. Zijn voedsel bestaat uit kleine visjes, schaaldieren, insecten en hun larven, libellen en hun larven en larven van amfibieën.


Voor deze vogel moeten de broedgebieden beschermd worden tegen elke vorm van verstoring.


Het verdwijnen van Krabbenscheer en andere drijvende vegetaties op de binnenwateren kan worden opgevangen door alternatieven zoals nestvlotjes, maar de plaatsing hiervan is afhankelijk van de inzet van vrijwilligers.


Sporadisch worden jonge vogels gespot boven Vlaamse wateren. Deze vogels gaan op prospectie en kunnen aangetrokken worden door geschikte broedplaatsen.


Zolang de nestvlotjes niet worden ingenomen door Zwarte Sternen, dan zullen andere soorten, zoals bijvoorbeeld de Geoorde Fuut Podiceps nigricollis er wel van profiteren. In elk geval kiezen de Zwarte Sternen in Nederland vooral de vlotjes als broedplaats uit, zelfs boven de weinige natuurlijke broedplaatsen die ze daar nog hebben.   


Een afname van de kwaliteit van het water leidt tot minder voedsel en dus tot problemen, vooral bij het opgroeien van de kuikens.