Zwarte Mees

Parus ater






De Zwarte Mees Parus ater meet tot 11 cm en is daardoor de kleinste mezensoort in Vlaanderen.

Hij komt voor in naaldbossen, parken en tuinen met veel coniferen, vooral met Fijnspar Picea abies.


Deze vogel heeft een zwarte kop met een opvallende witte vlek in de nek. De onderdelen zijn izabelkleurig. Jonge vogels hebben gele kopvlekken.


De roep klinkt als “tsuwie-tsuwie-tsuwie-tse”.  


Het voedsel bestaat uit insecten. In de winter voedt hij zich met zaden uit naaldboomkegels. Hij bezoekt ook voedertafels.


Het nest wordt gemaakt in holtes in bomen en boomstronken, in nestkasten en ook wel in holen op de grond, bijvoorbeeld in bermen. Het broeden gebeurt vooral in naaldbossen.


Van april tot juni legt het vrouwtje 8 tot 10 eieren, die zij alleen bebroedt. Het mannetje helpt bij het voederen.


Er zijn 2 broedsels per jaar.  


De Zwarte Mees heeft een veelal verborgen levenswijze. Het is een standvogel en wintergast.