Zwartbronzen Zandbij

Andrena nigroaenea






De Zwartbronzen Zandbij Andrena nigroaenea is een vrij algemene zandbij met een grootte van 12 tot 15 mm.

Het vrouwtje heeft een zwart behaarde kop. Het borststuk is dicht,lichtbruin behaard. Tergieten 1 tot 4 van het achterlijf zijn licht bruingeel behaard; dit vormt een contrast met de zwarte beharing op tergiet 5. De achterschenen zijn donker gekleurd. De verzamelharen zijn oranje gekleurd.

Het mannetje heeft een zwart behaard kopschild en zwartbruine haren aan weerszijden van het gezicht. Het borststuk is bruin behaard. Het achterlijf is eveneens bruin behaard.

Deze bij vliegt van eind maart tot begin juli in zeer uiteenlopende terreinen, maar vooral op heideterreinen, schrale graslanden en zandverstuivingen. Men ziet deze soort ook in bosranden, parken, tuinen en uiterwaarden. De nesten worden ondergronds gebouwd langs zandpaden, in steilwanden en soms zelfs in bloembakken of in een hoop aangevoerd zand.  


Het is een polylectische soort die vaak op Gewone Paardenbloem Taraxacum officinale, Wilg-soorten Salix species, Braam Rubus fruticosus, Kool-soorten Brassica species en verschillende schermbloemigen te vinden is.

De Spinnenorchis Ophrys sphecodes is een uit Vlaanderen verdwenen orchidee die hoofdzakelijk bestoven wordt door mannelijke exemplaren van deze bij.


Het is een gastheer voor de Vroege Wespbij Nomada leucophthalma en waarschijnlijk ook voor andere koekoeksbijen, met name de Roodzwarte Dubbeltand Nomada fabriciana, de Gewone Wespbij Nomada flava, de Roodsprietwespbij Nomada fulvicornis, de Smalbandwespbij Nomada goodeniana, de Donkere Wespbij Nomada marshamella en de Geelzwarte Wespbij Nomada succincta.