Zwanenmossel

Anodonta cygnea






De Zwanenmossel Anodonta cygnea is een zoetwatermossel. Het is het grootste inheemse schelpdier dat bij ons voorkomt.

De soort is in Vlaanderen eerder zeldzaam geworden. In Nederland is het wel nog een algemene soort.   


Hij leeft in de modderbodem van rustige wateren van sloten, plassen, oude vaarten en riviergeulen. Door middel van sifo’s wordt tegelijkertijd geademd en gegeten. Deze tweekleppige heeft een lengte tot 23 cm.


De schelp heeft een dunne wand. Ze is bruinachtig en heeft binnenin een sterke parelmoerglans. Het dier is tweeslachtig en kent broedzorg.


De soort kan meer dan 11 jaar oud worden.


De larven leven aanvankelijk tussen de broedkieuwen en worden pas het volgende voorjaar uitgestoten. Ze hechten zich dan als zogenaamde glochidiën vast aan vissen en leven enige tijd parasitair. Daarna verlaten ze de gastheer en leven dan vrij in het water.


De Bittervoorn Rhodeus amarus is voor zijn voortplanting afhankelijk van de Zwanenmossel, al kan de vis ook gebruik maken van de Grote Schildersmossel Unio pictorum en zelfs de Aziatische Korfmossel Corbicula fluminea, een exoot.


De larven van de Zwanenmossel profiteren niet van deze relatie, want ze hechten zich op andere vissoorten, onder meer op de Baars Perca fluviatilis en de Driedoornige Stekelbaars Gasterosteus aculeatus.


De Zwanenmossel is zeer gevoelig voor watervervuiling. Als de biotoop vervuild raakt, sterft vaak een groot deel van de populatie en dit op zich vervuilt verder het water, zodat de situatie verergert.