Zeekraal

Salicornia europaea





De Zeekraal Salicornia europaea, ook Kortarige Zeekraal genoemd, groeit alleen op een zouthoudende (klei)bodem (halofyt), vooral op slikken en lage en hoge schorren en binnendijkse zilte graslanden aan de kust. Een sterk lijkende vorm met langere aren wordt ook aangeduid als Langarige Zeekraal Salicornia procumbens; deze groeit vooral op lage, buitendijkse schorren. Beide soorten worden vaak aangeduid als de “Salicornia europaea-groep”.  


Deze plant bloeit van juli tot oktober. De bloemen zijn zeer klein en hebben dan ook zeer kleine meeldraadjes. De bloemen steken achter de schubben in de bovenste delen. De bloembladen zijn gereduceerd.


Aan het uiteinde van de stengel staan er schijnaartjes. De bladeren zijn schubvormig en tegenoverstaand. De stengelleden zijn kraalvormig opgebouwd. De stengel is namelijk bij de knopen ingesnoerd. Het is een stamsucculent die in de herfst mooi rood kleurt. Deze plant is eetbaar.


Het celvocht bevat tot 75 % zout. Op die manier wordt door de plant water uit de omgeving aangetrokken zodat de plant er enigszins gezwollen uitziet. De Zeekraal houdt allerlei materiaal vast en produceert veel plantenmateriaal, zodat ze zorgt voor aanslibbing en landwinning.

De zaadjes worden graag gegeten door kleine vogels (zoals gorzen en de Kneu).


De Zeekraalkokermot Coleophora salicorniae leeft op de Zeekraal. Dit vlindertje zet er haar eitjes op af waarna de rupsen zich voeden met de blaadjes.