Zaadbank
 






Veel plantensoorten kunnen een voorraad kiemkrachtige (levende) zaden in de bodem achterlaten die wachten op gunstige omstandigheden om te kiemen. Dit fenomeen noemt men een zaadbank.

Sommige zaden zijn niet in staat om lang kiemkrachtig te blijven. Zij komen terecht in wat men noemt een tijdelijke zaadbank. Deze bevat zaden die jonger zijn dan één jaar.


Tijdelijke zaadbanken bestaan uit zaden die kiemen direct na de zaadval (in de herfst) of na een rustfase. De niet gekiemde zaden sterven af of worden opgegeten. De voornaamste reden voor het niet kiemen van deze zaden is dat ze te diep in de bodem verstopt raken. De meeste soorten die zaden leveren voor een tijdelijke zaadbank hebben relatief grote zaden. Voorbeelden zijn typische bosplanten (zoals Daslook en Wilde Hyacint), grassen, sommige schermbloemigen en bepaalde boomsoorten.


Kiemkrachtige zaden die langer dan één jaar in de bodem blijven liggen – en ondertussen niet zijn afgestorven of opgegeten door dieren -  komen terecht in een persistente zaadbank. Voor het herstel of de ontwikkeling van natuur is vooral deze laatste soort zaadbank van belang.


Persistente zaadbanken bestaan uit zaden die aanpassingen hebben ondergaan die directe kieming uitstellen. De zaden vallen uiteraard eerst op de bodem en worden langzaam maar zeker in de bodem ingewerkt, doordat ze meegevoerd worden door water of dat ze bedolven worden onder afvallende bladeren. Persistente zaadbanken bestaan voornamelijk uit kleine, gladde zaden. De zaden kunnen afkomstig zijn van 4 mogelijke plaatsen, namelijk van de huidige vegetatie, vanuit de omgeving, van vroegere vegetatie of van vegetatie die vroeger in de omgeving voorkwam.


Er is nog een onderverdeling te maken in korte-termijn en lange-termijn persistente zaadbanken. De eerste bevat zaden die kiemkrachtig blijven na één tot vijf jaar. De lange-termijn persistente zaadbanken bevatten zaden die langer dan vijf jaar kiemkrachtig blijven. Het Liggend Hertshooi Hypericum humifusum bijvoorbeeld heeft zaden die meer dan 100 jaar kiemkrachtig kunnen blijven.


Plaggen is een methode om de zaadbank te activeren, soorten met een zaadbank kunnen hier massaal kiemen zoals Struikhei Calluna vulgaris.


Persistente zaadbanken vinden we vooral bij heidesoorten en akkeronkruiden. Vele dergelijke soorten zijn ook pioniers die opnieuw opduiken na een catastrofe of een grondbewerking. Bosplanten of graslandplanten hebben echter in vele gevallen geen persistente zaadbank. De mogelijkheden van natuurherstel uit zaadbanken zijn dan ook relatief beperkt. Bij natuurontwikkeling kan men bovendien slechts 1 keer een beroep doen op de zaadbank. Als men de oude zaden tot kiemen brengt en de kiemplanten sterven af is de kans immers verkeken.