Postelein

Portulaca oleracea





De Postelein Portulaca oleracea is een adventieve akkerplant. Deze soort komt oorspronkelijk uit Midden-Europa. In de Romeinse Tijd werd de plant naar onze streken gebracht en gekweekt. De cultuurvorm wordt nog altijd gekweekt.

Het is een warmteminnende soort, die vooral op open, vaak stenige plaatsen groeit in tuinen, tussen plaveisel, aan rivieroevers en op ruderale plaatsen. Ze is goed bestand tegen warmte en droogte, maar kan minder goed tegen koude.

Als de gemiddelde dagtemperatuur onder de 10 °C komt, sterft de plant af. In warme zomers kan ze massaal opkomen.

De Postelein bloeit van juni tot de eerste vorst. De bloemen zijn geel en staan in bundels of kransen. De bladeren zijn langwerpig.

Zowat elk deeltje dat losraakt van de moederplant wortelt opnieuw. De zaadjes blijven tot 40 jaar kiemkrachtig. Ze hebben voldoende warmte nodig om te kiemen. Beschut, bijvoorbeeld tussen de straatstenen in de stad, vinden ze die warmte.

Deze plant doorstaat niet alleen langdurige droogteperiodes; ze blijft ook nog eens groeien en bloeien. Sommige planten kunnen bij hoge temperaturen overleven doordat ze ’s nachts koolstof opnemen (zogenaamde CAM-planten).

Andere planten voeren extra tussenstappen uit tussen de koolstofopname en de -verwerking, waardoor er minder vochtverlies optreedt (zogenaamde C4-planten). De Postelein combineert deze beide methoden. Aangezien deze plant als een gezonde groente kan worden gekweekt en gegeten, zou deze soort in de toekomst aan belang kunnen winnen, gelet op de klimaatverandering.