Limburgs Bosgitje
Cheilosia lenis
Het Limburgs Bosgitje
Cheilosia lenis
is een vrij groot en slank gitje dat te herkennen is aan de dicht behaarde ogen, vooral bij het mannetje. De schenen zijn geel, zowel aan de basis als aan de top. Het schildje heeft lange zwarte, soms gele, borstels op de achterrand. Deze zeldzame soort wordt tot 12 mm lang.
De zweefvlieg vliegt in één generatie van begin april tot begin juni in vochtige loofbossen. De mannetjes zonnen graag op bladeren. Beide geslachten bezoeken regelmatig bloemen, zoals deze van Sleedoorn
Prunus spinosa
en Dotterbloem
Caltha palustris
.
De larven werden reeds gevonden in Schaduwkruiskruid
Senecio ovatus
. Per blad wordt een eitje afgezet. De volgroeide larven zijn in het najaar te vinden.
MENU
HOME
OVER DEZE SITE
NUTTIGE LINKS
ZOEK
DOSSIERS
A
B
C
D
E
F
G
H
I
J
K
L
M
N
O
P
Q
R
S
T
U
V
W
X
Y
Z