Kompaskwal

Chrysaora hysoscella




De Kompaskwal Chrysaora hysoscella is een kwal met een diameter van 30 cm. Vanuit het midden van de klok lopen straalsgewijs 32 donkerbruine lobben en een franje van 24 fijne tentakels. De soort dankt haar naam aan de kompasvormige tekening op het scherm. In het midden hangen de 4 gekroesde mondtentakels omlaag.
Deze kwal bewaart de larven in zich tot de eerste levensstadia zijn doorlopen.

Het is een doorzichtige, geelachtige kwal, die minder algemeen voorkomt dan de Oorkwal Aurelia aurita.

Deze soort spoelt regelmatig aan op het strand.

Deze kwal levert aan de kust de meest vervelende kwallenbeten. Ze zijn niet levensbedreigend, maar men kan er behoorlijke striemen aan overhouden. Het besprenkelen van de aangetaste delen op de huid met azijn of zoet water, werkt bij beten van deze kwal niet. Enkel het begieten van de huid met zeewater biedt bij deze soort verlichting.

De Kompaskwal Chrysaora hysoscella spoelt regelmatig aan op het strand. Kwallen bepalen de richting waarin ze bewegen niet zelf. Bij landuitwaartse wind is er weinig golfslag en waait het oppervlaktewater van het strand weg. Dit wegwaaiende water wordt weer aangevuld door water dat langs de bodem richting strand stroomt. Op die manier komen de kwallen mee in de branding terecht en spoelen ze aan. Dit aanspoelen is voor veel kwallen dodelijk. 

De kwal is eigenlijk een kloon van een poliep die in het water is losgelaten om zich voort te planten. Uit de bevruchte eicellen groeit een nieuwe poliep die zich vasthecht aan een harde ondergrond. Dit kan bijvoorbeeld een havenstructuur, een platform in zee of een voet van een windturbine zijn. Bij een bepaalde temperatuur laten de poliepen massaal kleine kwalletjes los. Als er voldoende dierlijk plankton aanwezig is, kunnen deze flink groeien. Door overbevissing is er vaak een overaanbod van dierlijk plankton aanwezig doordat er onvoldoende vissen zijn die het plankton onder controle houden.

Tegelijk eten de kwallen zelf ook viseitjes en -larven waardoor het visbestand nog verder afneemt.

Sommige vissen, zoals de Horsmakreel Trachurus trachurus, zijn immuun voor de steken van de Kompaskwal. Ze gebruiken de kwal zelfs soms als schuilplaats gedurende de eerste periode van hun leven.