Kolibrievlinder

Macroglossum stellatarum




De Kolibrievlinder Macroglossum stellatarum, ook Onrust genoemd, behoort tot de pijlstaartvlinders.

Hij meet tot 24 mm, heeft een vleugelspanning tot 50 mm en kan in warme maanden soms talrijk in Vlaanderen worden opgemerkt. Vlinders die hier zijn geboren, vliegen meestal in de herfst naar het Middellandse Zeegebied.

Sommige exemplaren overwinteren bij ons en kunnen in warme januari- of februarimaanden reeds te zien zijn. Er kunnen 2 generaties per jaar worden voortgebracht. De vlinder trekt noordwaarts om zich voort te planten.

Het borststuk en de voorvleugels zijn bruinachtig en hebben dwarsstrepen. De achtervleugels zijn oranjegeel. De achterlijfspunt is getekend met zwart-witte blokjes.

Het is een uitstekende vlieger; een trekvlinder die jaarlijks vanuit het zuiden van Europa noordwaarts trekt. Hij overwintert als adult, maar bij ons overleeft deze vlinder meestal de winter niet. In de late herfst kan hij wel worden gevonden in grotten, schuren, stallingen en spleten in bomen, waar hij probeert te overwinteren.

Deze vlinder vliegt zowel bij mooi weer als bij regen en mist en ook bij relatief lage temperaturen. Hij mijdt de echt hoge temperaturen.

Het is een dagactieve vlinder die graag tuinen bezoekt. Net als een kolibrie blijft hij voor nectarrijke bloemen zoals van IJzerhard-soorten Verbena species, Buddleja Buddleja davidii, Kamperfoelie-soorten Lonicera species en Vlambloem-soorten Phlox species zweven terwijl hij met zijn lange roltong nectar zuigt. Hij kan zelfs achteruit vliegen.
Hij produceert bij het vliegen met snelslaande vleugels een zoemgeluid.

De rups is groenachtig bruin met witte stippels en aan weerszijden een witte en een gele lengtestreep. De witte streep mondt uit in het blauwzwarte staartje met oranje punt.

De waardplanten van de rupsen zijn Glad Walstro Galium mollugo en Geel Walstro Galium verum.

De laatste jaren komt deze soort steeds talrijker voor en dit kan te wijten zijn aan de klimaatverandering.