Knolboterbloem

Ranunculus bulbosus




De Knolboterbloem Ranunculus bulbosus groeit bij ons vooral aan de kust op zandgronden, langs wegen en op dijken, meestal tussen grassen op zonnige, droge plaatsen. Een matig voedselrijke bodem die niet te vaak wordt bemest, is een geschikte groeiplek.

De plant bloeit van april tot juni met gele, gesteelde en alleenstaande bloemen met teruggeslagen kelkbladeren. Van elk blad is de middelste lob gesteeld.

De bladeren zijn enkelvoudig en handvormig ingesneden. De plant is aan de voet knolvormig. Het is een licht giftige plant. 

De larven het het Zuidelijk Weidegitje Cheilosia ranunculi hebben waarschijnlijk deze plant als voedselplant. De vindplaatsen van deze zweefvlieg wijzen in elk geval op een binding met de plant. Deze zweefvlieg kan van half april tot eind mei worden gezien in graslanden en kruidenvegetaties met Boterbloem-soorten Ranunculus species. De aanwezigheid van Knolboterbloem zou belangrijk zijn. Het vrouwtje legt de eitjes aan de stengelbasis van de plant.