Kleine Wolbij

Anthidium punctatum




De Kleine Wolbij Anthidium punctatum is een zeldzame bij.

Het vrouwtje heeft een roodbruin borststuk. Het achterlijf heeft meestal 4 rijen bleekgele, vaak witachtige vlekken op het achterlijf, dat voor de rest weinig behaard is. Het binnenste vlekkenpaar is streepvormig.
Het mannetje heeft 4 rijen gelige vlekken op het achterlijf.

Deze bij vliegt van begin mei tot eind augustus in warme en droge gebieden met een schrale vegetatie, vooral droge schraallanden, duingebieden, spoorwegemplacementen, groeven en droge, braakliggende terreinen.

Het is een polylectische soort die vaak op Gewone Rolklaver Lotus corniculatus en Slangenkruid Echium vulgare wordt gezien.

De bij nestelt in de grond, vooral tussen stenen, in spleten en oude nestgangen in steilwanden en los puin. De wol van de broedcel wordt met plantaardige klierstoffen geïmpregneerd. De nestgang wordt afgesloten met plantenhaartjes, aarde, steentjes, houtvezels, en dergelijke.  

Deze bij bouwt broedcellen uit plantendelen, die ze met stuifmeel en nectar van vlinderbloemigen, vooral Gewone Rolklaver Lotus corniculatus, bevoorraadt.

De viertandgoudwesp Chrysis analis is een zeer zeldzame goudwesp die van begin juni tot begin augustus voorkomt op leemwanden. Deze wesp vliegt vooral in de voormiddag. Deze wesp parasiteert waarschijnlijk bij wolbijen (genus Anthidium) zoals de Kleine Wolbij.