Kleine Snuittorknoopwesp

Cerceris quinquefasciata




De Kleine Snuittorknoopwesp Cerceris quinquefasciata, ook Kleine Knoopwesp genoemd,  is een zwarte graafwesp met citroengele vlekken op gezicht, slapen, halsschild, vleugelschubben en achterschildje. Het middensegment is meestal zwart. Het achterlijf heeft op elke rugplaat een gele band die in het midden versmald of onderbroken is. De poten zijn oranje. Het mannetje heeft 2 opvallende kwastjes aan de zesde buikplaat een haarbandje daartussen. Deze wesp meet 7 tot 11 mm.

Deze graafwesp vliegt van eind mei tot eind september in warme zanderige gebieden, ook in stedelijk gebied.

Het nest wordt gegraven in stevige grond en is ongeveer 25 cm lang. Soms wordt koloniegewijs genesteld. Elk van de ongeveer 10 nestcellen wordt volgestopt (soms meer dan 50 kevers) met kleine snuitkevers of soms ook bladhaantjes.

Als mogelijke parasieten zijn de Zwartharige Zandgoudwesp Hedychrum gerstaeckeri en de Juweelwesp Hedychrum nobile bekend.