Grote Vuurvlinder

Lycaena dispar









De Grote Vuurvlinder Lycaena dispar is een vlinder met een vleugelspanning tot 4,5 cm. Zowel het mannetje als het vrouwtje hebben fel-oranje kleuren. Bij het vrouwtje is er meer bruin in de vleugeltekening.   

Het mannetje bezet een territorium van ongeveer 100 m bij 100 m en wacht in dit gebied op een vrouwtje om te paren.
De zeldzame ondersoort “batava” komt alleen in Nederland voor, in laagveenmoerassen met rietvelden en dichte elzenbroekbossen. De waardplant van deze ondersoort is in de leefgebieden vooral Waterzuring Rumex hydrolapathum.

Een aangepast maaibeheer is zeer belangrijk om deze soort te behouden. Het terrein mag niet te sterk bebossen, maar een strikt maaibeheer kan ook nefast zijn. Enkel gefaseerd maaien in de herfst blijkt de meeste kansen te bieden.  

In juli worden de eitjes op de waardplant gedeponeerd. De rupsen komen uit in augustus, eten tot september en gaan daarna in winterrust. Ze kruipen tussen de omgekrulde randen van de bladeren. Half april beginnen de rupsen opnieuw te eten en te groeien. De verpopping gebeurt begin juli.