Grote Vleugwesp
Lindenius albilabris
De Grote Vleugwesp
Lindenius albilabris
is een bijna volledig zwarte graafwesp. Het vrouwtje heeft geel aan de basis van de schenen. Het mannetje heeft een geel getekend halsschild en de schenen hebben meer geel dan bij het vrouwtje. Het achterlijf heeft een zwakke bronzen weerschijn. De wesp heeft een lengte van 5 tot 8 mm.
Deze wesp vliegt van eind mei tot half oktober in gebieden met zandige bodems, ook stedelijke gebieden.
Het nest wordt gemaakt in de grond en bestaat uit een gang met zijgangen die elk in één nestcel eindigen. De prooien bestaan uit vliegen die zich vooral bij oevers ophouden, zoals halmvliegen, dansvliegen en langpootvliegen. Een deel van de populatie voedt zich vooral met blindwantsen.
Als parasieten zijn de Bruine Mierwesp
Myrmosa atra
en de goudwesp
Hedychridium coriaceum
bekend.
MENU
HOME
OVER DEZE SITE
NUTTIGE LINKS
ZOEK
DOSSIERS
A
B
C
D
E
F
G
H
I
J
K
L
M
N
O
P
Q
R
S
T
U
V
W
X
Y
Z