Grote Stern

Thalasseus sandvicensis








De Grote Stern Thalasseus sandvicensis meet 41 cm en komt bij ons voor van februari tot oktober.
Hij heeft een ruige kuif en een zwarte snavel met gele punt. In de winter heeft deze vogel een wit voorhoofd. Hij roept in de vlucht een kenmerkend luid krassend “keriiiek”.

Er zijn van deze vogel ook broedgevallen gekend in de achterhaven van Zeebrugge. Hij eet vis.

In mei en juni worden 2 of 3 eieren in een spaarzaam bekleed nestkuiltje gedeponeerd.

De nesten liggen dicht bij elkaar. De soort is zeer gevoelig voor grondpredatoren. Deze stern heeft geïsoleerde nestplaatsen op eilanden en schiereilanden. De eieren worden gedurende 3 weken uitgebroed. Het vrouwtje blijft op het nest, terwijl het mannetje vissen (Zandspiering, Sprot) aanbrengt. De jongen kunnen na circa 5 weken uitvliegen.