Grote Mierwesp
Mutilla europaea
De Grote Mierwesp
Mutilla europaea
is een wesp die tot 17 mm lang kan zijn en van mei tot augustus voorkomt in zeer uiteenlopende biotopen zoals kalkgraslanden, heidevelden, lichte bossen en open zandvlakten. De soort is evenwel overal zeldzaam. Alleen het mannetje heeft vleugels. Het borststuk is zwart gekleurd maar roodbruin in het midden; bij het mannetje soms geheel zwart. Het achterlijf heeft brede, witte haarbanden, waarvan de laatste in het midden onderbroken zijn. Het mannetje vertoont een blauwe glans over het lichaam. Het mannetje is vooral op schermbloemigen te vinden.
Deze zeer zeldzame wesp kan worden gezien van april tot september.
Het vrouwtje bezoekt voor de voortplanting hommelnesten, vooral deze van de Akkerhommel
Bombus pascuorum
en waarschijnlijk ook van de Heidehommel
Bombus humilis
en de Moshommel
Bombus muscorum
.
Het vrouwtje zelf voedt zich met de honing die door de hommels wordt aangedragen en legt eieren in de cocons. De larven ontwikkelen zich parasitair op de prepoppen en poppen. Deze worden door de wespenlarven opgegeten. De cocons van de hommels omsluiten dan de cocon van de wespenpoppen.
Het volwassen vrouwtje bezoekt geen bloemen. Zij overwintert soms in het nest van de gastheer.
MENU
HOME
OVER DEZE SITE
NUTTIGE LINKS
ZOEK
DOSSIERS
A
B
C
D
E
F
G
H
I
J
K
L
M
N
O
P
Q
R
S
T
U
V
W
X
Y
Z