Grote Lijster

Turdus viscivorus








De Grote Lijster Turdus viscivorus meet tot 27 cm. Hij bewoont loof- en naaldbossen, parken en boomgaarden. Deze vogel breidde zich de laatste decennia uit in de richting van menselijke bewoning.

De vogel heeft bruine bovendelen, een lichtgekleurde buikzijde met spikkels en witte ondervleugels, die zichtbaar zijn in de vlucht.

De zang lijkt op die van de Merel. Zijn roep klinkt als “tsjui”.  

Zijn voedsel bestaat uit insecten, slakken, wormen en vruchten. De Grote Lijster is een belangrijke verspreider van de Maretak, doordat hij graag de bessen ervan lust.

Het nest wordt hoog in de bomen gebouwd. Meestal vanaf april, soms reeds in februari, tot juni legt het vrouwtje 4 of 5 eieren. Het vrouwtje broedt. Het mannetje helpt bij het voederen.

De Grote Lijster overwintert meestal in Zuid-West-Europa en Noord-West-Afrika.
Het is deels een standvogel, deels een wegtrekker, doortrekker en wintergast. De trekkende dieren vertrekken in november en keren terug in februari.