Grote Klaproos

Papaver rhoeas








De Grote Klaproos Papaver rhoeas is een vrij algemene plant. We vinden deze plant vooral op graanvelden, langs spoordijken, op composthopen, in wegbermen en op andere plaatsen waar er geen bestrijdingsmiddelen worden gebruikt.

De plant bloeit van mei tot september met grote, rode bloemen die tot 10 cm breed kunnen zijn. De vuurrode elkaar overlappende kroonbladeren hebben meestal een zwarte vlek aan de voet. Ze kunnen ook lichter van kleur zijn, tot zelfs bijna wit. Eerst zijn ze verpakt in twee harige kelkblaadjes die afvallen als de bloem zich opent.

De Grote Klaproos produceert veel stuifmeel. De bloem bevat 8 tot 14 meeldraden. Dit stuifmeel wordt alleen in de vroege ochtend aangeboden.

Na de bloei blijft alleen nog de stamper met het vruchtbeginsel over. Dat laatste wordt de bekende drielobbige doosvrucht, die eerst nog dicht is. Als de zaden rijp zijn, gaat ze open, waardoor de zaden door de wind uit de doosvrucht worden geschud. De doosvrucht is breed eivormig.

De langwerpige bladeren zijn veerdelig. De bovenste bladeren zijn ongesteeld.
De ruig behaarde stengels bevatten een wit melksap.

Eén enkele plant kan over een hele zomer meer dan 400 bloemen vormen.

De bloemen worden bezocht door verschillende bijen (zoals Aardhommel, Steenhommel, Weidehommel, Grasbij, Wimperflankzandbij, Parkbronsgroefbij en Honingbij).

De wesp Ormyrus papaveris is een parasitoïde bronswesp in de gallen van de Blauwmaanzaadgalwesp Aylax papaveris die voorkomt in klaprozen.