Grote Beer

Arctia caja








De Grote Beer Arctia caja heeft een lengte van 26 tot 35 mm en een vleugelspanning tot 65 mm. Hij komt als vlinder voor van juni tot september.

Deze algemeen voorkomende beervlinder is opmerkelijk fors gebouwd. Hij is variabel van kleur en tekening. De voorvleugels zijn dikwijls bruin met een brede lijntekening. De achtervleugels zijn vaak fel oranjerood met blauwzwarte vlekken.

Er bestaat ook een lutescens-vorm, waarbij het rood in de achtervleugels vervangen is door geel.   
Hij komt voor op open, iets vochtige plaatsen, in bossen, in bosranden, in stadsparken, in wegbermen, in rietlanden en op graslanden.

Het is een nachtactieve vlinder die overdag rust met dakvormig gevouwen voorvleugels, waarbij hij prima gecamoufleerd is. In rust worden de achtervleugels door de voorvleugels bedekt.  

Bij verstoring spreidt hij ter afschrikking de voorvleugels zodat de felle kleuren van de achtervleugels zichtbaar worden. De vlinder kan ook ter verdediging een raspend geluid maken met de vleugels.
Deze vlinder heeft geen roltong. In het vlinderstadium voedt hij zich niet meer.

De rups is dicht en lang behaard. Tussen de haren zitten kortere haartjes die mierenzuur bevatten en dus irritatie kunnen veroorzaken. Bij gevaar rolt de rups zich op.  

De rups overwintert. De verpopping gebeurt in een cocon op de grond in het voorjaar of de zomer.
De waardplanten van de rups zijn Boswilg Salix caprea, Framboos Rubus idaeus, Sleedoorn Prunus spinosa, Grote Brandnetel Urtica dioica en Moerasspirea Filipendula ulmaria.