Groenknolorchis

Liparis loeselii







De Groenknolorchis  Liparis loeselii is een orchidee met een groene, bovengrondse stengelknol. Hier omheen groeien de voeten van twee bladeren en een paar vliezige scheden. De bloemtros bevat meestal 4 tot 8 vrij onopvallende bloemen. De bloemen worden einde juni, begin juli gevormd. In de zaaddozen, die tot in de winter gesloten blijven, rijpen duizenden minuscule zaden. Deze zaden komen hoofdzakelijk tot stand door zelfbestuiving. De ballonachtige zaadjes kunnen via de wind lange afstanden afleggen.

Deze soort produceert geen nectar en bestuiving door insecten is zelden waargenomen. Vegetatieve voortplanting door de vorming van nieuwe wortelknollen is ook mogelijk bij deze orchidee.    

De plant wordt 7 tot 25 cm groot.

Het is een soort van voedselarme laagveenmoerassen, jonge, natte, kalkrijke duinvalleien en trilvenen. De soort groeit in kussens van Veenmos Sphagnum species, tussen horstvormende Zegge-soorten Carex species en zelfs op zuiver zand. De groeiplaatsen zijn voortdurend onder invloed van het grondwater. De plant treedt op als pioniersoort op plaatsen met een geringe bodembedekking (zoals duinvalleien of mostapijten) en wordt snel weggeconcurreerd door andere planten. Men vindt deze zeldzame plant nog op alkalisch laagveen en ook wel op met kalkrijk zand opgespoten terreinen.

Een toegenomen ontwatering en drainage van vennen gevolgd door bebossing of omzetting tot landbouwgrond heeft geleid tot een achteruitgang. Ook de verzuring heeft tot een achteruitgang geleid.

Deze plant is één van de zeldzaamste orchideeën van Europa. Tussen mei en augustus valt de bloei en de zaadvorming van deze plant. Maaiactiviteiten worden dus best uitgesteld tot eind augustus-begin september.