Gewone Snuitvlieg

Rhingia campestris






De Gewone Snuitvlieg Rhingia campestris behoort tot de zweefvliegen. Deze algemeen voorkomende zweefvlieg heeft een neusachtig verlengd voorhoofd (sterk verlengde monddelen). Het achterlijf is roodbruin en draagt donkere tekeningen. De soort wordt 7 tot 11 mm lang.

We kunnen deze vlieg in 2 generaties van half april tot begin juni en vanaf half juli tot september aantreffen op bloemen in hagen en open bossen. De bezochte planten zijn veelal lipbloemigen; de soort kiest vooral de blauw-paarse bloemen van Hondsdraf Glechoma hederacea, Wilde Hyacint Hyacinthoides non-scripta en Paarse Dovenetel Lamium purpureum.

De vorm van de bloem (diep) zal waarschijnlijker belangrijker zijn dan de bloemkleur.

De larven ontwikkelen zich in koeienmest, soms in andere mest of in halfnat, rottend materiaal. Het gebruik van antibiotica en ontwormingsmiddelen in de veeteelt kan het voortbestaan van deze soort bedreigen.