Gewone Schorpioenvlieg

Panorpa communis






De Gewone Schorpioenvlieg Panorpa communis, ook Weideschorpioenvlieg genoemd, heeft een snavelachtig verlengde kop met aan het uiteinde van de snavel bijtende monddelen. De voor- en achtervleugels hebben donkerbruine vlekjes.
Bij het mannetje is de achterlijfspunt omhoog gericht en voorzien van schorpioenachtige grijptangen.

Deze vlieg komt van het voorjaar tot in de herfst vooral in tuinen en bosranden voor, veel tussen gebladerte langs het water.  

Het voedsel van de volwassen dieren bestaat uit dode insecten, honingdauw en rijp fruit. Daarnaast wordt nectar gezogen uit verschillende soorten bloemen. 

Voor de paring deponeert het mannetje een bruine substantie op een blad (bruidsschat). Tijdens de paring worden de tangen aan het achterlijf gebruikt om de partner vast te grijpen. De eieren worden in een kuiltje in de bodem gedeponeerd.

De rupsachtige larven leven in de bodem en voeden zich met dode insecten en plantaardig materiaal.