Gehakkelde Aurelia

Polygonia c-album



OLYMPUS DIGITAL CAMERA



De Gehakkelde Aurelia Polygonia c-album behoort tot de aurelia’s. Deze vlinder heeft een vleugelspanning tot 55 mm en vliegt van juni tot september. Deze vlinder heeft puntige en hoekige vleugels. De bovenzijde is roodbruin van kleur, soms met een blekere zoom. De onderkant is effen donkerbruin met in het midden van de achtervleugel een helder witte C.  De vleugels van het vrouwtje hebben een donkerder onderzijde dan deze van het mannetje.

Deze vlinder komt vooral voor in de buurt van bossen, zowel in graslanden grenzend aan bossen en bospaden als in tuinen in een bosrijke omgeving. De vlinder kent 2 generaties per jaar: een eerste van juni tot september, een tweede van september tot juni van het volgende jaar.

De vlinder kan worden gezien op de bloemen van Buddleja Buddleja davidii, Leeuwentand-soorten Leontodon species, Sleedoorn Prunus spinosa en Hondsdraf Glechoma hederacea.   

De eitjes worden afzonderlijk of per twee gelegd op de bovenkant van de bladeren van de waardplanten.
Een vrouwtje kan wel 300 eitjes leggen.

De rupsen zijn bruin-wit gekleurd en lijken op een vogeluitwerpsel.

De waardplanten van de rupsen zijn Boswilg Salix caprea, Hazelaar Corylus avellana, Ruwe Iep Ulmus glabra, Grote Brandnetel Urtica dioica, Kruisbes Ribes uva-crispa en Hop Humulus lupulus. De verpopping gebeurt laag in de vegetatie of in de buurt van de waardplant. De volwassen vlinders van de tweede generatie overwinteren in spleten en holle bomen. Door de bruine onderkant lijken ze op dorre bladeren.

Het verspreidingsgebied van deze vlinder breidt zich in Nederland noordwaarts uit. De soort blijkt te profiteren van de klimaatverandering, dit dankzij zijn goed vliegvermogen en omdat de soort niet al te kieskeurig is qua biotoopkeuze en qua waardplanten.

De sluipvlieg Nemorilla floralis parasiteert op de rupsen van deze vlinder.