Geelgors

Emberiza citrinella






De Geelgors  Emberiza citrinella meet 16,5 cm. Hij heeft een heldergele kop, een gele borst, kastanjebruine bovendelen met zwarte strepen, een kastanjebruine stuit en witte buitenste staartpennen. De zang is een vlug “tsi-tsi-tsi-tsi-tsie”. De vogel wordt ook wel “Beethovenvogeltje” genoemd, omdat de zang lijkt op de beroemde opening van de Vijfde symfonie van Beethoven.

Zijn voedsel bestaat uit insecten, zaden en bessen. Het zomervoedsel bestaat vooral uit insecten; het wintervoedsel uit graan en zaden.   

Hij zingt vanaf een hoge zangpost. Hij foerageert op de grond. Het is een echte standvogel, die steeds hetzelfde territorium blijft bezetten. Het nest wordt gebouwd op de grond of dicht erboven. Van april tot juli legt het vrouwtje 4 of 5 eieren. Beide ouders broeden en voederen de nestjongen. De soort broedt 2 keer per jaar.  

De Geelgors houdt van droge, open terreinen met een lage begroeiing van struiken en geboomte, zoals bosranden, door velden omringde bosjes in kleinschalige landbouwgebieden, heiden, jonge dennenaanplantingen, enz. De vogel is dus sterk gebonden aan de zogenaamde kleine landschapselementen, zoals houtkanten.

De Geelgors is op 30 jaar tijd met 60 tot 70 % afgenomen. De oorzaken van deze dramatische achteruitgang worden stilaan duidelijk. Door de opname van chemische bestrijdingsmiddelen leven deze vogels minder lang en brengen dus ook minder nakomelingen voort. Hierdoor dalen de populaties.

Onrechtstreeks zorgen dezelfde chemische bestrijdingsmiddelen voor het verdwijnen of in aantal afnemen van ongewervelden, waarvan de vogels leven. Deze daling zorgt dus ook voor een daling van het aantal vogels. De bestrijdingsmiddelen zorgen ook voor minder groenvoer en zaden, waardoor de vogels ook hieronder lijden. De waardplanten voor de ongewervelden gaan achteruit, met als gevolg minder ongewervelden en dus minder vogels.
Ook de populaties in natuurgebieden (heide, hoogveen, bos) zijn sterk beheersafhankelijk, en sommige recente wijzigingen hierin zijn vermoedelijk nadelig, zoals de bestrijding van bosopslag door kappen en intensieve begrazing en de overstap van kaalkapbeheer in bossen naar een kleinere kapping.

Het aanbieden van zogenaamde “wintervoedselveldjes” met bijvoorbeeld wintergraan of Japanse Haver Avena strigosa voorziet deze vogel van voedsel tijdens de winter. Ook andere zaadetende vogels profiteren hiervan mee. Als in de nabijheid ook een doornhaag (met bijvoorbeeld Meidoorn) wordt voorzien, dan biedt deze aan de Geelgors een rustplaats of schuilplaats tegen aanvallers zoals bijvoorbeeld de Sperwer Accipiter nisus.

Japanse Haver is een gewas dat, wanneer het wordt ingezaaid voor 15 augustus, nog in zaad kan komen dat beschikbaar blijft tot in de late winter. Het zaad schiet niet opnieuw op na de winter; een voordeel voor de landbouwer. Als de plant na de graanoogst wordt gezaaid, blijft de stoppel in de winter bedekt terwijl er stikstof uit de bodem wordt opgenomen. Na de winter kan het gewas gewoon worden ondergeploegd.