Geel Walstro

Galium verum






Het Geel Walstro Galium verum is een plant die we vooral in de duinen in het kustgebied aantreffen, op lichte, zonnige, droge en grazige standplaatsen op zand of zandige klei.

De soort is niet zo algemeen. De plant wordt 30 tot 80 cm hoog en bloeit van juni tot oktober met geurende gele bloemen die in dichtbloemige pluimen staan. Ze geuren door de aanwezigheid van cumarine. De bladeren zijn amper 1 mm breed en staan in kransen van 8 tot 12 stuks. De vruchtjes zijn eerst groenig en worden later zwart. De stengels zijn verticaal of gedeeltelijk liggend. Ze zijn vaak bruinachtig getint.  

De plant bezit een wortelstok.

Het is één van de waardplanten van de vlinders Kolibrievlinder Macroglossum stellatarum en Walstropijlstaart Hyles gallii.

Het is een belangrijke waardplant van het Klein Avondrood (vlinder) Deilephila porcellus.

Deze plant is de waardplant van de dagactieve nachtvlinder Echt-Walstro-spanner Phibalapteryx virgata. Deze vlinder komt alleen in de duinen voor.

Het is één van de waardplanten van de Kolibrievlinder Macroglossum stellatarum.

De Walstrobremraap Orobanche caryophyllacea behoort tot een familie van wortelparasieten die met hun stengelvoet volledig op de wortels van een andere plant zijn vastgegroeid. De plant is zowel voor de suikers als voor de minerale voedingsstoffen afhankelijk van de gastheer. Het kiemplantje boort zich reeds meteen in deze wortel. De stengels zijn niet groen en dragen schubben in plaats van bladeren. De zaden worden door de wind verspreid. De kiemplantjes kunnen zich alleen ontwikkelen als ze in aanraking komen met de wortels van een plant die als gastheer geschikt is. De Walstrobremraap woekert vooral op Geel Walstro, minder op Glad Walstro Galium mollugo en zelden op composieten of andere planten.