Cipreswolfsmelk
 
Euphorbia cyparissias 






De Cipreswolfsmelk Euphorbia cyparissias groeit op kalkhoudend rivier- en duinzand. We vinden de plant in wegbermen, droge graslanden en duinen.

De plant bereikt een hoogte van 30 cm. Ze bloeit van april tot juli met gele of groene bloemen die in schermvormige trossen staan. De bladeren zijn lijnvormig, bijna naaldvormig en lichtgroen gekleurd. De plant bezit een wortelstok en produceert kluisvruchtjes.

De planten scheiden een giftig melkachtig sap af als ze gebroken worden. Het sap kan blaren veroorzaken op de huid.
Cipreswolfsmelk wordt door het vee gemeden.

Vaak zijn planten aangetast door Erwtenroest Uromyces pisi-sativi, in de vorm van rode puistjes; deze planten bloeien dan niet. De Erwtenroest vormt wintersporen op Erwt Pisum sativum en bekersporen op Cipresswolfsmelk en ook wel op Amandelwolfsmelk Euphorbia amygdaloides.

De Cipreswolfsmelk is de belangrijkste waardplant van de Heideringelrups Malacosoma castrensis (vlinder). Andere waardplanten van de rupsen zijn Eenstijlige Meidoorn Crataegus monogyna en Kleine Pimpernel Poterium sanguisorba.

De Cipreswolfsmelk is ook één van de waardplanten van de Zuringuil Acronicta rumicis en de Wolfsmelkuil Acronicta euphorbiae.

De Wolfsmelkaardvlo Aphthona venustula is een kever die behoort tot de bladhaantjes. De kever komt van april tot oktober vrij algemeen voor op Wolfsmelk-soorten Euphorbia species, vooral op Cipreswolfsmelk Euphorbia cyparissias.