Bruin Blauwtje

Aricia agestis






Het Bruin Blauwtje Aricia agestis is een zeldzame vlinder, die voorkomt op droge, schrale graslanden, in duinen, droge bosranden en droge heidevelden met een korte vegetatie, maar ook op opgespoten terreinen met een pioniersvegetatie.
De vlinder komt het meest voor in kalkstreken. Deze soort vliegt in twee generaties per jaar tussen mei en september.
De vlinder heeft een vleugelspanning tot 28 mm. De voorvleugels zijn voorzien van oranje halve maantjes en een zwarte vlek. Het mannetje is iets kleiner en donkerder dan het vrouwtje.

De vlinder fladdert vaak in groep rond Braam Rubus frutocosus. Hij bezoekt ook vaak Jacobskruiskruid Jacobaea vulgaris.
We vinden deze vlinder soms in de schemering en bij somber weer met de kop naar beneden op grasstengels.
De paring en de eiafzet gebeuren bij warm en zonnig weer.

De eitjes worden gelegd op Kleine Ooievaarsbek Geranium pusillum en Gewone Reigersbek Erodium cicutarium op zandige bodem, op Geel Zonneroosje Helianthemum nummularium in kalkgraslanden. De waardplanten moeten in een vrij open en lage vegetatie staan. De rupsen worden frequent bezocht door mieren zoals de Zandsteekmier Myrmica sabuleti en de Mergelmier Lasius alienus. De rupsen overwinteren op de onderkant van de bladeren. De verpopping gebeurt op de grond of bij mieren.

De verrijking en verruiging van vegetaties zorgt ervoor dat open en schrale vegetaties steeds zeldzamer worden. Het Bruin Blauwtje leeft op plaatsen waar de grond open is en lage vegetaties aanwezig zijn. Extensieve begrazing en een gefaseerd maaibeheer kunnen gunstig zijn.