Bossteekmier

Myrmica ruginodis 






De Bossteekmier Myrmica ruginodis is één van onze algemeenste mierensoorten van loofbossen en dennenbestanden. De mier meet 5 tot 6 mm. De werksters zijn oranjebruin met een verdonkerde kop en rugplaten.  

In zeer vochtige habitats zoals veengebieden, natte graslanden en moerassen kan deze mier hoge nestdichtheden bereiken en een grote variatie in populatiestructuur. In woonwijken, tuinen en agrarische gebieden komt de soort niet voor.

In Denemarken is aangetoond dat de soort van belang is bij de verspreiding van zaden van onder meer Pilzegge Carex pilulifera.

In heidegebieden vertoont de soort een voorkeur voor de koudste habitats.

De Bossteekmier kan bij ons als microgyne of als macrogyne gevonden worden. Deze mier is vooral in bossen te vinden. Verder komt de Bossteekmier ook voor in natte graslanden, natte heidegebieden, rietkragen en kreken.
De mier nestelt in de strooisellaag, dood hout of wortelkluiten, minder in zand.  
De bruidsvluchten vinden plaats van juli tot september.

Het voedsel voor de larven zijn levende of dode insecten.