Boskrekel

Nemobius sylvestris






De Boskrekel Nemobius sylvestris is een donkerbruine krekel met een lengte tot 10 mm. Hij heeft sterk verkorte vleugels.

Deze algemene soort komt van juni tot november vooral voor in de bladstrooisellaag langs bosranden en in open, relatief droge plekken in het bos. De diertjes leven immers tussen droge bladeren.  Te dichte bossen zijn voor deze krekel niet geschikt. Men vindt de soort ook in kalkgraslanden, steengroeven en heidevelden. In zeldzame gevallen is deze krekel ook in tuinen te vinden.    

De Boskrekel is bruin tot zwart gekleurd en heeft een goed zichtbare, omgekeerde Y boven de oogjes op het voorhoofd. Het vrouwtje is te herkennen aan de legboor.

Het mannetje brengt met de korte vleugelstompjes een aanhoudend, zacht, snorrend gesjirp voort.

De larven overwinteren.

De omvorming van monotone, donkere naaldbossen naar gemengde- en loofbossen, het creëren van open plekken in het bos, een aangepast beheer van bosranden en de aanleg van brede houtkanten als verbinding tussen de verschillende leefgebieden bieden nieuwe kansen voor dit diertje.