Boomblauwtje

Celastrina argiolus






Het Boomblauwtje Celastrina argiolus is een vlinder die behoort tot de blauwtjes.

Hij heeft een vleugelspanning tot 3 cm en vliegt van eind maart tot augustus. Deze vlinder komt in uiteenlopende biotopen voor: in bosranden, open bossen, op heideterreinen. Het zijn alle plaatsen waar de waardplanten te vinden zijn; dit kunnen ook tuinen zijn.

De bovenzijde van de vleugels van het mannetje is lichtblauw met een smalle zoom. Bij het vrouwtje zijn de vleugels bovenaan lichtblauw met een zeer brede, zwarte zoom. De onderzijde van de vleugels is bij beide geslachten lichtblauw met zwarte vlekjes. De mannetjes kunnen we soms zien op vochtige oppervlakken of op uitwerpselen. Mannetjes en vrouwtjes bezoeken vaak bloemen, onder meer Sleedoorn Prunus spinosa, maar voeden zich ook met honingdauw.

Meestal zijn er 2 generaties per jaar: een eerste generatie van eind maart tot begin juni en een tweede generatie van juni tot eind augustus. In warme jaren kan er een derde generatie zijn. De eitjes worden afzonderlijk afgezet op de waardplanten. In de eerste generatie zijn dit vooral Sporkehout Rhamnus frangula en Hulst Ilex aquifolium; in de tweede generatie vooral Struikhei Calluna vulgaris, Grote Kattenstaart Lythrum salicaria, Klimop Hedera helix en Hop Humulus lupulus.

De lichtgroene rups voedt zich vooral met bloemknoppen maar ook deels met vruchten of bladeren.
De rupsen worden in grote mate geparasiteerd door de sluipwesp Listrodomus nycthemerus.  
De verpopping gebeurt in de strooisellaag of in holten in de buurt van de waardplanten. Sommige poppen worden meegenomen naar mierennesten. De overwintering gebeurt als pop.