Akkernatuur kan bestaan uit een akker die wordt ingezaaid met bijvoorbeeld rogge en allerlei oude akkerkruiden.
Voormalige landbouwgronden worden dus niet omgezet in bijvoorbeeld bos, grasland of moeras, maar als “gewone” akker, maar dan een akker waar de akkerkruiden die van oudsher voorkomen op akkers goed kunnen gedijen. Op deze akkers zijn het gebruik van geschoond graanzaad, herbiciden en drijfmest uit den boze.
Met deze akkernatuur worden veel insecten zoals vlinders, bijen en hommels aangetrokken. Akkervogels (zoals Geelgors, Patrijs en Kwartel) kunnen er jaarrond voedsel vinden. Door de vele wilde bloemen krijgen deze wilde akkers zelfs een toeristische meerwaarde.
Op deze akkers kan men de zaden inzaaien van diverse planten (Klaproos-soorten, Korenbloem, Korensla, Ruw Parelzaad, Spiegelklokje, Viooltjes).
Typische akkerkruiden komen niet vanzelf terug in het landschap. De akker met akkernatuur kan dienen als bronakker voor andere percelen. Het zaad van de akkerkruiden kan immers worden gebruikt om andere nieuwe akkers in de buurt mee in te zaaien.
De rogge kan worden aangewend in bio-landbouwbedrijven in de omgeving.