NATUURLEXICON


Zonnebaars

Lepomis gibbosus


De Zonnebaars Lepomis gibbosus  komt reeds sedert de negentiende eeuw in onze wateren voor. Het is een exoot uit Canada en de Verenigde Staten. De vis meet 15 tot 20 cm.

Hij heeft een voorkeur voor heldere, zwakstromende tot stilstaande wateren met veel onderwaterplanten.

Deze soort vormt een bedreiging voor inheemse amfibieën, libellen en andere waterdieren. In sommige wateren komt deze vis in zulke grote aantallen voor dat het ecosysteem uit evenwicht raakt. De vissen eten bijna alles, van zoöplankton tot libellenlarven, kleine vissen en amfibieëneieren. Plantenresten maken slechts een klein deel uit van zijn dieet.

Omdat de Zonnebaars nauwelijks natuurlijke vijanden heeft, plant de vis zich ongeremd voort.

De vis wordt in tuinvijvers vooral gehouden omdat hij insectenlarven eet. Particulieren zetten bij overbevolking van hun vijvers de Zonnebaars regelmatig uit in de vrije natuur. Eenmaal in de natuur eet deze veelvraat niet alleen zijn gewone prooien, maar bijvoorbeeld ook de larven van de bij ons bedreigde Knoflookpad Pelobates fuscus.

De Zonnebaars is een warmteminnende soort. Pas wanneer de temperatuur van het water de 20 °C nadert, wordt met de nestbouw gestart. Het nest is een schaalvormige kuil op de waterbodem. Vaak bevinden er zich veel nesten bij elkaar.  De paaitijd valt van juni tot augustus. Op een leeftijd van 2 tot 3 jaar worden de vissen geslachtsrijp.

Het mannetje vertoont broedzorg, waarbij het eieren bewaakt en bewaaiert. Na het uitkomen van de eieren bewaakt het mannetje de larven 11 dagen, waarna deze uitzwermen.   

Home