NATUURLEXICON


Zomertortel

Streptopelia turtur


De Zomertortel  Streptopelia turtur , ook Tortelduif genoemd, is een vogel van 27 cm groot.

Hij komt bij ons voor van april tot september. Het is een bosvogel, maar wordt meer en meer in het stedelijke milieu gezien. De duif houdt ook van duindoorn-struwelen.  

Deze duif heeft een heel kenmerkende, snorrende “tui-tui-tui”-roep. Deze duif heeft roodbruine bovendelen en een zwart-witte vlek (zebrastreep) in de hals. De borst is roze. De staart heeft een afgeronde witte eindband.   In het broedseizoen houdt deze duif zich op in gemengde bosjes met veel struiken en in oudere parken. Soms zijn er 2 legsels per jaar. De 2 eieren per legsel worden in 2 weken uitgebroed. Het nest is broos en bestaat uit takjes. Het bevindt zich dikwijls laag in een braamstruik. Ze verkiezen plaatsen waar water aanwezig is om de dorst te lessen.

De Zomertortel voedt zich met onkruidzaden, maar ook met zaden van landbouwgewassen (granen, Koolzaad). Deze zaden moeten in de broedperiode wel voldoende beschikbaar zijn. Het inzaaien van voedselveldjes kan hierbij helpen.

De aanwezigheid van beken, rivieren of grote plassen of moerasgebieden staat vrijwel garant voor de aanwezigheid van de soort.

Eind april-begin mei komen Zomertortels bij ons aan vanuit de winterkwartieren in West-Afrika. Tijdens de tocht hierheen moeten ze weerstaan aan kogelregens van jagers in het Middellandse Zeegebied. Elk jaar sneuvelen er op Malta louter tot voldoening van het plezier van jagers ruim 100.000 Zomertortels. Ook Italianen en Fransen jagen er jaarlijks schaamteloos op los.

Op een vergelijkbare manier werd de trekduif in Noord-Amerika in 1914 volledig uitgeroeid. Zuid-West-Vlaanderen kent nog slechts 150 broedparen. Naast de bedreigingen door de verwerpelijke jachtgebruiken heeft de Zomertortel ook te kampen met een dalend voedselaanbod. Deze duiven zijn echte zaad- en vruchteneters. Daarom zijn kruidenrijke veldjes en weilanden noodzakelijk.

In agrarisch cultuurland bestaat gebrek aan nestgelegenheid en vooral voedsel; ook in natuurgebieden komen problemen voor met nestgelegenheid, door de afname van dichte opstanden door een ander bosbeheer en de toename van de leeftijd van bossen. Buiten de broedtijd teisteren omvangrijke, nog niet geheel naar waarde te schatten, problemen deze soort door verslechterde

In het overwinteringsgebied zelf heerst er droogte en kaalkap van bossen. In Afrika worden de Acaciabossen, waar de dieren vaak rusten, namelijk op grote schaal gekapt.      

Voor de Zomertortel zijn dus verschillende maatregelen noodzakelijk: een totaal jachtverbod in de doortrekgebieden, meer voedselaanbod in de vorm van het behoud of de aanleg van kleine landschapselementen (ruigten, bomenrijen, kruidenrijke gebieden) en een stopzetting van de kaalkap in de overwinteringsgebieden.

Home