NATUURLEXICON


Wolf

Canis lupus


De Wolf Canis lupus is het grootste in het wild levende hondachtige dier ter wereld.

Pas een tweehonderdtal jaar geleden verdween de Wolf uit Vlaanderen en Nederland. Reeds van in de Middeleeuwen werden Wolven bejaagd omwille van hun reputatie dat ze af en toe een koe, een paard, een ezel, een geit of een schaap durfden te verschalken.

Slechts zelden vielen mensen aan Wolven ten prooi. Met geroep en armgezwaai kan een herder makkelijk een Wolf verjagen die zijn kudde op het oog heeft. Hier bestaan recente filmbeelden uit Spanje van.

Bij het roven van nestwelpen blijkt een vrouwelijke Wolf er in de meeste gevallen doodsbang vandoor te gaan. Vanaf de vijftiende eeuw werden er premies uitgeloofd per gedode Wolf. Er werden klopjachten georganiseerd. Door de felle jacht, maar ook door de voortschrijdende ontbossing en de aangroei van de bevolking verdween de Wolf uit ons land.

In Vlaanderen werd de laatste Wolf omstreeks 1800 gedood. In Nederland komt het dier de laatste 200 jaar ook niet meer voor. In Wallonië hield hij het tot 1887.

Zowel in Nederland als in Vlaanderen werd de laatste jaren regelmatig melding gemaakt van een zwervende Wolf, die waarschijnlijk vanuit Duitsland tijdens zijn zwerftochten onze streken bereikt. Van een vaste populatie Wolven is hier echter nog geen sprake. In 2020 slaagde een wolvenpaar (August en Noëlla) erin om zich succesvol voort te planten in Vlaanderen. Er werden 5 welpen geboren, waarvan er 2 omkwamen in het verkeer.

De dichte wegennetten in Vlaanderen en Nederland zorgen ervoor dat Wolven tijdens hun zoektocht naar een partner of een eigen leefgebied, waarbij per dag een afstand tot 200 km kan worden afgelegd, een grote kans maken om te sterven als verkeersslachtoffer. Nederland legde tegen deze versnippering reeds 66 ecoducten aan; Vlaanderen telt nog maar 6 ecoducten (toestand 2018). Er is duidelijk nog veel werk om het ontsnipperingsprobleem aan te pakken (toestand 2020).      

In 2012 leefden er in Spanje  nog zo’n 1500 Wolven leven, in Portugal 100 tot 150, ongeveer 200 in Italië, 300 tot 500 in Griekenland en enkele tientallen in Scandinavië. Ook in Polen werd het aantal Wolven in 2012 nog geschat op een duizendtal.

In Duitsland leefden er in 2009 naar schatting 40 Wolven.

In Frankrijk en Duitsland, en sinds 2018 ook in Vlaanderen,  wordt er een schadevergoeding uitgekeerd voor door Wolven veroorzaakte schade.

Wolven zijn sociale dieren die eigenlijk niet echt gevaarlijk zijn. Ze zijn zelfs enigszins schuw, behalve in de gevallen dat ze zich in het nauw gedreven voelen zeer hongerig zijn of een hongerige kroost te voeden hebben.

Meestal doodt de Wolf een schaap, maar hij durft ook waakhonden en jachthonden aanvallen.

De Wolf is zowel ’s nachts als overdag actief. Binnen 24 uur kan hij tot 80 km afleggen. Zijn voedsel bestaat doorgaans uit grotere zoogdieren (zoals Reeën, Edelherten en schapen) en ook kleinere zoogdieren (zoals Konijnen).

Een Wolf kan tijdens zijn leven maximaal 10 tot 14 nesten met jongen voortbrengen. Voor een Wolvenpaartje betekent dat een nageslacht van 60 tot 100 dieren.

Veel zal afhangen van de mens of de Wolf zijn verloren terrein kan herkoloniseren. In Vlaanderen en Nederland is wellicht reeds te veel natuur verloren gegaan om een levensvatbare populatie Wolven in stand te houden. De Wolf heeft behoefte aan uitgestrekte gebieden waar hij ongestoord kan rusten, jongen werpen en prooien bejagen. Daarom zijn uitgestrekte natuurparken en reservaten in Europa voor de Wolf van levensbelang. Buiten deze natuurgebieden komen deze dieren zwaar in botsing met de menselijke belangen.

Een blinde repressie is de belangrijkste actuele doodsoorzaak van Wolven in Griekenland, Spanje en Italië. Veel Wolven zijn daar reeds vergiftigd door ondermeer met strychnine behandelde lokazen. Het vee en huisdieren moeten voldoende worden afgeschermd door de eigenaars ervan, bijvoorbeeld met schrikdraad en voldoende sterke afsluitingen.  

In de jaren 1990 werd in het Yellowstone Park in Amerika de Wolf geherintroduceerd. Wapiti-herten meden vanaf dan de oevers van beken en rivieren uit angst te worden opgegeten. Wapiti’s eten populieren. Die populieren konden weer groeien en trokken Bevers Castor fiber aan. Die maakten het water schaduwrijker en koeler, waardoor het zuurstofrijker werd. Daar profiteerden dan weer vissen, zoals zalmen, van.

Schapen worden in Vlaanderen onvoldoende beschermd tegen roofdieren zoals de Wolf. Het gebruik van rasters houdt de schapen wel binnen, maar de roofdieren niet buiten. Maatregelen zoals het inzetten van kuddewaakhonden, het plaatsen van betere schrikdraad en hekwerken kunnen de schapen beter beschermen.

De predatie van de Wolf ten aanzien van het Wild Zwijn kan de infectiegraad van aandoeningen zoals bijvoorbeeld rundertuberculose en Afrikaanse Varkenspest bij deze dieren verlagen. De Wolf zorgt namelijk voor een gezondere wildpopulatie en verlaagt hiermee ook het risico dat de infectie wordt doorgegeven aan vee. De Wolf kiest de gemakkelijkste prooi en dat is een jong, oud of ziek exemplaar. Omdat een verhoogde jachtdruk op Wilde Zwijnen het risico op bijvoorbeeld de Afrikaanse varkenspest nooit kan verlagen, zou een groeiende populatie Wolven wel gunstig zijn voor varkenshouders.    

Wanneer een Wolf interesse toont in een regio zal hij in een ruime omgeving beginnen te markeren. Dit gebeurt door een wolvenkeutel te deponeren op kruisingen van wegen, bij voorkeur zandwegen. Andere wolven halen hier informatie uit, zoals onder meer het feit of de territoriale Wolf nog op zoek is naar een partner. Een vrouwtje zal doorgaans een gebied uitkiezen met voldoende rust en voedsel en wachten tot een mannetje haar heeft gevonden. Een territorium kan bestaan uit een mozaïek van bos, heide en omliggende landbouwgebieden. Als er een koppel wordt gevormd, wordt begonnen met het maken van een vast hol waar de jongen zullen worden geboren.

Territoriale Wolven zullen zich vooral voeden met grote wilde zoogdieren (Ree, Edelhert, Wild Zwijn). Het zijn vooral zwervende Wolven die op (onbeschermde) schapen zullen jagen.

Wanneer men jacht op Wolven zou toelaten en jagers dus de roedels kapot zouden schieten, zouden de overblijvende Wolven zich in een zeer ruime omgeving gaan verspreiden en gaan rondzwerven, zodat er uiteindelijk meer schapen ten prooi zouden vallen dan in het geval men een territoriale roedel met rust laat.  

Wanneer men de schapen in een wolventerritorium niet afdoende beschermt, dan bestaat de kans dat de Wolven zich gaan specialiseren in die schapen. Wolven zullen immers die prooien grijpen die ze met de minste inspanningen kunnen verschalken. Beschermt men de schapen, dan zullen de Wolven zich richten op zwakke en zieke wilde dieren (Ree, Edelhert, Wild Zwijn).

Omheiningen kunnen wolfwerend gemaakt worden.

Een effectieve afrasteringsmaatregel bestaat uit een fijnmazig elektrisch netwerk uit flexibel materiaal (flexinet). Het is een verplaatsbare afrastering met een minimale hoogte van 120 cm die bestaat uit paaltjes en een gaasraster met stroomdraden die zijn aangesloten op een schrikdraadklok. Tussen de onderste draden bedraagt de afstand hoogstens 20 cm. De spanning bedraagt minstens 4500 Volt.

Afrasteringsmaatregelen blijken het meest effectief om schade aan landbouwhuisdieren te voorkomen.  

Men kan ook ’s nachts de schapen op stal zetten of in nachtkralen die ook voorzien zijn van schrikdraad. Voor verplaatsbare weiden kunnen strakgespannen flexinetten met stroom gebruikt worden, met of zonder kuddewaakhonden.

Jonge Wolven die het nest verlaten worden soms gedood door Wolven uit naburige territoria. Op zoek naar een eigen territorium moeten ze immers langs andere roedels. De Wolf is uiteindelijk dus zijn eigen grootste natuurlijke vijand.

Wolven doen heel gericht hun behoeften en ze houden zich ook aan vaste reisroutes. Met de anaalklieren voorzien ze de uitwerpselen van een soort olie, als een boodschap aan andere Wolven. De plaatsen waar Wolven hun behoefte doen, worden heel zorgvuldig gekozen. Vaak kiezen ze kruispunten van routes, zodat de boodschappen dubbel zo vaak worden opgepikt.  

Home