NATUURLEXICON


Vuurspinspinnendoder

Eoferreola rhombica


De Vuurspinspinnendoder Eoferreola rhombica behoort tot de platstuitspinnendoders. Het is een zeer zeldzame wesp met een lengte van 8 tot 14 mm. Het tweede tergiet heeft bij het mannetje (8 – 11 mm) een rode basis. De eerste twee tergieten zijn bij het vrouwtje (10 – 14 mm) opvallend rood met een donkere rand.

De wesp bewoont warme, droge biotopen, zoals droge graslanden en zandverstuivingen. In het leefgebied komen er vaak dennen voor. De wesp vliegt van mei tot half augustus.

Deze wesp werd reeds gezien op Gewoon Duizendblad Achillea millefolium. Het volwassen vrouwtje bezoekt bloemen voor de nectar.

De prooi van deze wesp is vooral de Lentevuurspin Eresus sandaliatus, een zeer zeldzame spin die vooral zuidhellingen met heide bewoont.

Ook de Herfstvuurspin Eresus cinnaberinus kan als gastheer optreden.   

Het vrouwtje van deze wesp vliegt zelden en zoekt lopend naar de prooien, die zich in buisvormige nesten in de grond bevinden. De wesp overvalt de spin in haar buis, verlamt de spin en legt er een ei op.

Vervolgens gaat het vrouwtje op zoek naar een volgende prooi.

De larven voeden zich met de spinnen. Aanvankelijk worden de vitale delen ontzien, maar uiteindelijk blijven alleen de onverteerbare delen van de spin over.

De larven verpoppen in een bruine cocon in de woonbuis. De overwintering gebeurt waarschijnlijk als imago.   

Home