NATUURLEXICON


Vogelvangst


Het vangen van vogels was gedurende lange tijd gewoon toegelaten. Tegenwoordig is de vogelvangst zo goed als volledig verboden, behoudens een aantal uitzonderingen in het kader van de bestrijding van de zogenaamde “schadelijke soorten”.

Ondanks het verbod worden vooral in Vlaanderen anno 2015 nog steeds op een illegale manier vogels gevangen door personen die soms individueel, maar nog vaker zeer goed georganiseerd als een soort maffia.

Volgende voorbeelden tonen aan dat de vogelvangst nog volop tiert.

Vogels (bijvoorbeeld Spreeuwen) worden gevangen ten behoeve van de illegale consumptiehandel. Het vangen gebeurt vooral tijdens de najaarstrek. Op vangplaatsen worden dubbele slagnetten geplaatst. De vogels worden gelokt door middel van overrijp fruit en lokvogels. De vogelvanger houdt vanuit een schuilplaats de slagnetten in de gaten en bedient met bedieningstouwtjes een trekkabel. Met behulp van kabels en spiraalveren worden soms honderden vogels gevangen.

Veel zangvogels worden weggevangen uit de natuur en nog steeds illegaal verhandeld. In de winter en het voorjaar kan dit wegvangen een negatieve impact hebben op de populatie. Ze worden in een illegaal circuit verkocht.

Wanneer het een slecht zaadjaar is voor sparren, vliegen vogels van naaldbossen (zoals Kruisbek en Witbandkruisbek) uit Denemarken zuidwaarts. Dan zijn er soms invasies van duizenden vogels. De soort is redelijk tam en laat zich dan ook gemakkelijk vangen. Tijdens de trekperiode van september tot december, vestigen vogelhandelaars zich op de routes van die vogels. De bij illegale vogelvangers aangetroffen vogels vertonen vergroeiingen aan de poten door slecht eten en gebrekkige hygiënische omstandigheden.

Ook zangvogels worden met behulp van ondermeer mistnetten en slagnetten gevangen. Mistnetten worden nog steeds clandestien verkocht en gebruikt.

Vinken Fringilla coelebs worden maandenlang in een zeer klein kooitje als lokvogel gebruikt. De vogels worden illegaal gevangen voor zangwedstrijden. Enkel de mannetjes kunnen hiervoor worden gebruikt.

In Vlaanderen zijn de vinkenzettingen (nog) een volkssport. Deze vinkenzettingen vormen de aanleiding voor de zogenaamde vinkeniers om Vinken weg te vangen uit de natuur. Deze volkssport is stilaan aan het verdwijnen, maar wordt door hardnekkigen in stand gehouden.

Zolang deze vinkenzettingen blijven bestaan, zullen er Vinken uit de natuur worden gevangen, ook al wordt dit verboden. Anno 2005 werd het aantal vinkeniers in Vlaanderen geschat op zo’n 15000. Niet zelden wordt de scepter doorgegeven van de ouders aan de kinderen.

Bij de vinkenzettingen worden Vinken in geblindeerde kooitjes op rijen geplaatst. Aan elk kooitje zit een vinkenier, die door middel van streepjes op een stok turft hoeveel “liedjes” de Vink van zijn buurman zingt. De liedjes moeten eindigen op het typische “suskewiet”. De eigenaar van de Vink die het meeste liedjes heeft gezongen wint. In het jargon wordt deze Vink dan “koning” genoemd. De winnaar ontvangt een geldsom en meestal een bloem. De wedstrijdperiode valt samen met het paarseizoen van de Vink. In Vlaanderen is de vinkenvangst verboden, maar er worden nog steeds Vinken illegaal gevangen. In ieder geval zullen er illegale vinkenvangsten zijn zolang de vinkensport, met het daaraan gekoppeld geldelijk gewin, bestaat. Met gekweekte Vinken zouden er nog teveel “problemen” optreden: inteelt, valse zang, e.d.

Daarbij zijn de vangers zeer inventief. Met klapnetten, die vanuit de huiskamer via koorden worden bediend, worden de vogels gelokt en gevangen. Als lokmiddel wordt frietvet, snoepzaad, gedroogde miereneieren, conditiezaad, enz gebruikt. Soms wordt lokzaad gedrenkt in vloeibaar slaapmiddel. De vinkenier heeft de vogels maar op te rapen. De klapsystemen worden vervaardigd met behulp van veren uit afgedankte schokdempers. De vinkenvangst gebeurt in goed afgesloten en dus verborgen achtertuinen.

Anderen gebruiken zogenaamde fuiken. Met een vrouwtjesvink worden mannetjes gelokt, die in de fuik terechtkomt en een vogel wordt in handen van de vinkenier. Het zijn vooral mannetjesvinken die worden gevangen omdat het deze zijn die de liedjes fluiten. Door enkel deze mannetjes uit de natuur te halen, verstoren de vangers de vinkenpopulatie en richten ze een onevenwicht in de natuur aan.

Vinken met gesloten voetringen, die in gevangenschap zijn geboren, zijn toegelaten. Vinkeniers manipuleren deze voetringen door ze uit te vijlen en op die manier de uit de natuur gevangen Vinken te legaliseren. Het is algemeen bekend dat gesloten voetringen, bestemd voor jonge vogels die in gevangenschap zijn geboren, gemanipuleerd worden om ze aldus aan te brengen bij volwassen vogels afkomstig van illegale wildvang en deze aldus de schijn te geven dat zij gevangenschap werden geboren en wettig gehouden worden.

Een gevangen mannetjesvink vertoeft zes maanden per jaar in de schemering. Vinkenkooien meten 40 cm op 20 cm en zijn voorzien van mat glas. Ze zijn dus weinig groter dan een schoendoos. De Vinken denken dat het schemert en gaan dan harder fluiten. Bij een vinkenzetting waarbij de buitentemperatuur 25 °C bedraagt, kan de temperatuur in de kooi oplopen tot 50 °C.

Een studie van de afdeling Dierenecologie van de Universitaire Instelling Antwerpen weerlegt de bewering als zou het kweken van vinken tot inteelt leiden en dat er dus “vers bloed” uit de natuur nodig zou zijn. Uit DNA-onderzoek bij de vogels van 34 kwekers is gebleken dat het genetisch materiaal van de gekweekte vogels niet verschilt van dat van hun wilde soorten.

Door samenwerking en door uitwisseling van vogels tussen kwekers kunnen de mogelijke nadelen van inteelt, die door te veel endogene kruisingen kunnen ontstaan, worden vermeden.

Het volstaat om per generatie één vogel uit een andere omgeving binnen te brengen om die genetische variatie te garanderen. Dat kan net zo goed via ruil. Kwekers uit bijvoorbeeld West-Vlaanderen kunnen gekweekte vogels ruilen met vogels uit Limburg.

Bij aanvang van het nieuwe seizoen tellen vinkenliefhebbers vaak hoge bedragen neer voor een goede vink. Dat gaat van enkele honderden tot zelfs duizenden Euro voor één Vink. Deze handel zet malafide personen aan tot illegale vogelvangst.

De vinkensport blijven erkennen als een “culturele” bezigheid is een verkeerd signaal voor onze kinderen., die we respect moeten aanleren voor de natuur. De mens wil steeds maar de natuur naar zijn hand zetten, de vinkensport is hier ook weer een voorbeeld van. Laten we ook niet vergeten dat men sedert het begin van vorige eeuw tot nu in Vlaanderen als “culturele” bezigheden volgende Barbaarse sporten met levende dieren kende: de hanengevechten, het ganskappen, katknuppelen, rattenschietingen, varkenskoersen, kikkerkoersen, paardenkoersen en hondenrennen; ook de duivensport en de vinkensport horen in dit beruchte rijtje thuis.

Het maatschappelijke misprijzen voor het misbruiken van dieren in sport en spel wordt steeds groter en één voor één zullen bovengenoemde “sporten” gelukkig verdwijnen in de archievenkasten en zal er door onze kinderen en kleinkinderen met enig ongeloof en wenkbrauwgefrons op worden teruggekeken.

Ook andere zangvogels (zoals Sijs, Putter, Goudvink, Appelvink, Geelgors, Rietgors, Grote Barmsijs, Pestvogel, Kruisbek, Groenling en Keep) worden illegaal gevangen.

Er worden nog steeds eieren van roofvogels en andere vogels geroofd door zowel eierenverzamelaars als dubieuze vogelkwekers en –handelaars.

Roofvogeleieren en -jongen worden uit de natuur geroofd om ze met gesloten pootringen te merken als “in gevangenschap gekweekte” individuen. Ook volwassen roofvogels worden gevangen, geringd met gefraudeerde pootringen, en nadien voor grof geld verkocht. De vele inbeslagnames van illegaal gehouden vogels in Vlaanderen bevestigen deze wijdverbreide praktijk.

Organisaties zoals Vogelbescherming Vlaanderen zetten zich reeds tientallen jaren in om een definitief einde te stellen aan deze illegale praktijken. Het totale verbod op de vinkenvangst werd dankzij Vogelbescherming Vlaanderen enkele jaren geleden eindelijk een feit.

Home