NATUURLEXICON


Vlasbekje

Linaria vulgaris


Het Vlasbekje Linaria vulgaris groeit op voedselrijke plaatsen in wegbermen, spoorwegbermen, ruigten, open bossen, langs spoorwegen en in duinen, vaak op zonnige, open en droge plaatsen en meestal op zandige bodems. De plant wordt 30 tot 90 cm hoog.

Het is een algemene soort. Van juni tot de eerste vorst draagt de plant geel-oranje lipbloemen in trossen. Twee evenwijdige lijnen op de bloemen leiden de insecten in de juiste richting, zodat ze bij de nectar komen en zorgen voor de bestuiving. Alleen grotere vliesvleugeligen kunnen door hun gewicht de onderlip omlaagdrukken, zodat de weg naar de nectar in de spoor vrijkomt.

Vaak boren andere insecten een gaatje doorheen de spoor om aan de nectar te kunnen.

De bladeren zijn lintvormig. Elke plant produceert zo’n 30.000 zaadjes. Men vindt de plant vaak in kleine groepen. In het eerste jaar komt de plant meestal niet tot bloei, maar de wortels groeien ondergronds en leveren bovengrondse loten.

Het plantje blijkt goed bestand te zijn tegen strooizout en zelfs herbiciden.


Home