NATUURLEXICON


Visdief

Sterna hirundo


De Visdief Sterna hirundo meet 36 cm en komt van april tot oktober bij ons voor. In de zomer heeft deze vogel een zwart voorhoofd en een rode snavel met zwarte snavelpunt. In de vleugels is een enigszins doorschijnende vlek zichtbaar. De staart is gevorkt. In de winter is het voorhoofd wit en de snavel zwart. In zijn jeugdkleed heeft hij een bruinachtige vlektekening op de vleugels en de rug.

Deze vogel bewoont oevers van wateren in het binnenland en zeekusten.

Hij broedt op strandvlakten, lage duintjes, duinvalleien en op kwelders, soms op opgespoten terreinen en in uiterwaarden. Het nest wordt gebouwd tussen helm en dichte grasvegetatie en bestaat uit droog plantaardig materiaal. Hij broedt vaak in gemengde kolonies (samen met andere sternen, Kokmeeuwen en Kluten); soms ook als solitair paartje.

De Kokmeeuwen Chroicocephalus ridibundus , die erg efficiënt belagers zoals Kraaien Corvus corone kunnen verjagen, treden dan (onbewust) op als de beschermers van de nesten van de Visdief.  

Van mei tot juli worden tot 3 eieren gelegd. Beide ouders broeden en voederen de nestjongen.  

De uitgevlogen jongen worden nog vele weken na het uitvliegen gevoederd door de ouders. Het duurt immers lang vooraleer de jongen het jagen op visjes onder de knie hebben.   

Vroeger broedde hij ook op grindbanken in rivieren. Waterbouwkundige ingrepen en verstoring door watersporters hebben deze broedmogelijkheid drastisch beperkt. In Vlaanderen broedt hij vrijwel alleen op de vlakke zeekust.

Het Sternenschiereiland in de haven van Zeebrugge herbergt één van de grootste broedkolonies van deze soort.

Hij voert soms duikaanvallen uit ter verdediging van zijn voedsel. Het voedsel bestaat uit vis, schaaldieren, wormen, insecten en slakken. Rond Zeebrugge kent de Visdief een groot broedsucces mede dankzij een overdadige aanwezigheid van kleine Haringen Clupea harengus in en rond de haven.

De Visdief voedt zich vooral met vissen van een paar centimeter lang. Hij is nogal opportunistisch en dat maakt hem flexibeler in zijn overlevingsstrategieën. Afhankelijk van de omstandigheden kunnen bijvoorbeeld ook kreeftachtigen een belangrijk deel van het voedselpakket uitmaken.  In het voorjaar kun je deze vogel boven het water zien jagen op vliegende insecten. Afhankelijk van het plaatselijke voedselaanbod specialiseert een Visdief zich vaak in enkele welbepaalde soorten.   

Bedreigingen voor deze vogel zijn de waterverontreiniging, grondpredatoren (zoals ratten, Wezels, Bunzingen, Egels) en recreanten met honden.

Ongestoorde broedplaatsen, een goede waterkwaliteit en een goede visstand zijn voor dit vogeltje van belang. De Visdief is een pionier, die graag broedplaatsen kiest die nog maar net zijn ontstaan, zoals kale zandplaten.

Natuurlijke zandplaten en kwelders zijn evenwel erg kwetsbaar voor stormvloed, waarbij veel nesten en de daarin aanwezige nestjongen verloren kunnen gaan.

Net als Scholeksters Haematopus haematopus en Zilvermeeuwen Larus argentatus maken Visdieven recentelijk ook gebruik van alternatieve broedplaatsen, in de vorm van grote platte daken, liefst met grind en plassen water. De aanwezigheid van visrijke wateren in de omgeving is wel een vereiste. Op Europees niveau broeden er minder Visdieven aan de kust dan in het binnenland. Bij ons is het vogeltje wel kustgebonden. Een limiterende factor om in Vlaanderen en Nederland tot broeden over te gaan op grote waterpartijen in het binnenland lijkt het gebrek te zijn aan geschikte nestplaatsen en rust tijdens het broedseizoen.

In het binnenland kan er voor Visdieven meer nestgelegenheid worden geboden door het plaatsen van nestvlotjes. De ervaring leert dat de vogels er dankbaar gebruik van maken.      

Deze vogel is de algemeenste stern bij ons. Op de trek naar zijn overwinteringsgebieden in het Middellandse Zeegebied en Afrika is hij soms ook in het binnenland te zien. In de loop van augustus en september trekt dit vogeltje vanuit Vlaanderen opnieuw zuidwaarts. Jonge vogels blijven het eerste jaar in de overwinteringsgebieden. Pas het voorjaar daarop trekken de derdejaarsvogels naar het noorden.      

Home