NATUURLEXICON
Veldhommel
Bombus lucorum
De Veldhommel Bombus lucorum is een algemene hommel die alle landschapstypen bewoont, behalve venen en moerassen wegens te vochtige grond om in te nestelen.
De koningin heeft een helder citroengele kraag op het borststuk. Het achterlijf heeft een brede, citroengele band over tergiet 2. De achterlijfspunt is wit.
Bij de werkster hebben de gele banden een meer bruinige tint. De achterlijfspunt is wit.
Het mannetje heeft een gele beharing op de kop. Het borststuk heeft een brede, gele kraag die langs de zijkant naar beneden loopt. De gele band op tergiet 2 loopt iets door naar tergiet 1 en de achterkant van het borststuk. Vaak is tussen het geel en het wit op het achterlijf geen zwart meer te zien.
De tong is zeer kort. De koningin meet tot 21 mm, de werkster tot 16 mm en het mannetje tot 16 mm.
Het nest wordt ondergronds gemaakt, meestal in oude nesten van muizen of andere zoogdieren.
Deze soort vliegt van half maart tot half oktober.
De hommel bezoekt graag Wilg-
De Veldhommel is één van de weinige soorten die ook Smalle Weegbree Plantago lanceolata bezoekt.
Deze hommel wordt samen met de Aardhommel Bombus terrestris veelvuldig ingezet voor gewasbestuiving. De werksters bevinden zich vaak op bladeren van fruitbomen voor de honingdauw.
De Tweekleurige Koekoekshommel Bombus bohemicus treedt bij deze soort op als broedparasiet.