NATUURLEXICON


Tapuit  

Oenanthe oenanthe


De Tapuit  Oenanthe oenanthe heeft een lengte van 15 cm. Het mannetje heeft een zwart masker; het vrouwtje is bruiner. Beide geslachten hebben een witte stuit. Op de staart is bij het mannetje een T-vorm zichtbaar. Jonge vogels zijn bruin en gespikkeld. De Tapuit komt voor op open terrein met weinig boomgroei, zoals aan akkerranden, extensieve graslanden, moerassen, heidevelden en duinen. Tapuiten jagen soms in omgeploegde akkers op insecten. 

Behalve deze insecten eet hij ook spinnen en slakken.  

Er zouden anno 2005 nog een 15-tal broedparen in Vlaanderen voorkomen. Het is een soort van heide en vennen, maar hij staat in Vlaanderen als broedvogel op de rand van uitsterven. De resterende broedparen zijn hoofdzakelijk in de kustduinen aan te treffen. Er zijn geen broedgevallen meer vastgesteld in heidegebieden. In Nederland waren er in 2007 nog ongeveer 700 broedparen.

Het is een grondbroedende vogel, maar nestelt ook in holten die zich iets boven de grond bevinden. Meestal benut hij verlaten konijnenholen. In mei en juni legt het vrouwtje 5 of 6 eitjes, die zij alleen bebroedt. Het mannetje helpt voederen.

Konijnen Oryctolagus cuniculus houden de duinen open. Wanneer er minder Konijnen zijn, gaan deze duinen vergrassen en groeien de open delen dicht. Deze vergrassing wordt nog in de hand gewerkt door zure neerslag. De soort is gevoelig voor recreatiedruk en de afname van open terreindelen door verstruweling. Vergrassing van heidegebieden en verstruiking van duinen leiden tot een gebrek aan open zandige plekken, die voor de Tapuit noodzakelijk zijn om te foerageren, en een vermindering van het voedselaanbod.  

Grote schommelingen van de konijnenstand door myxomatose en VHS vormen een ongunstige factor, doordat de begrazing vermindert en ook het aantal nestholen. Recreatie en (in beperkte mate) de predatie door roofdieren zoals de Vos Vulpes vulpes spelen ook mee in het nadeel van de Tapuit.

Bij zijn trek naar zijn overwinteringsgebied in Afrika ten zuiden van de Sahara is hij weken tot maanden onderweg. Soms trekken er bij ons Tapuiten uit Groenland door. De droogte in Afrika zal met de klimaatverandering steeds meer een ongunstige rol voor de Tapuit gaan spelen. Als maatregelen kan men zandige heidegebieden, die eigenlijk ook door de Tapuit zouden kunnen worden benut, afplaggen, open delen in zandige bossen creëren en stuifduinen en stuifzanden behouden. Ook kunnen er speciale Tapuit-nestkasten in de grond worden gebouwd, ter vervanging van de konijnenholen.

Stuivend zand is belangrijk voor deze vogel. Dit zorgt er namelijk voor dat Helm Ammophila arenaria en planten in de duingraslandjes verder landinwaarts verse wortels vormen. Deze wortels worden gegeten door de larven van de Kleine Julikever Anomala dubia en de kniptorsoort Melanotus punctolineatus.  Deze insecten zijn stapelvoedsel voor deze vogel. Het ontbreken van dynamiek in de duinen zorgt voor minder insecten.

Onder overstoven helmplantjes blijken er volgens onderzoek veel meer larven van de Kleine Julikever voor te komen dan onder niet-overstoven plantjes.

Stuivend zand houdt de vegetatie kort, zodat de larven van de voornoemde kniptorsoort beter bereikbaar worden voor de Tapuit.   

Home