NATUURLEXICON


Struikhei

Calluna vulgaris


De Struikhei Calluna vulgaris is een achteruitgaande plant. We vinden deze soort in heidevelden, lichte bossen, schraalgraslanden en kalkarme duinen op een voedselarme, zure, zandige en venige grond.

In de herfst kleurt deze struik de heidevelden paars. Op droge, kalk- en voedselarme grond, in heidevelden en in schraalgraslanden vormen de struiken nog grote bestanden. De soort kon zich door de bosvernietiging en de beweiding met schapen in vroegere eeuwen sterk uitbreiden. Door de vorming van ruwe humus draagt de plant zelf bij tot de verschraling van de bodem.

Het is een dwergheester van 10 tot 80 cm hoog met schubvormige, groenblijvende bladeren die elkaar dakpansgewijs overlappen. De bloemen zijn klein en rozerood tot wittig en staan in naar één zijde gekeerde losse trossen.

De bloei valt van juli tot november. Het is een lichtminnende soort.

Voor de kieming van de zaden is open grond noodzakelijk. De Struikhei vormt vaak grote bestanden. De bladeren en de twijgen van deze soort vergaan langzaam. De resten vergaan tot ruwe humus en dragen zelf bij tot de verschraling van de bodem. De grond moet schraal blijven (geplagd), anders treedt vergrassing op.

In bosgebieden met Struikhei kunnen bepaalde zones van het bos gekapt worden en de bodem oppervlakkig afgeschraapt. Hierdoor kunnen de zaden van Struikhei uit de zaadbank kiemen.    

De nectar van deze plant is gemakkelijk te bereiken voor hommels, bijen, zandbijen, groefbijen, wespen en vliegen. De meeste nectar wordt geleverd na een natte periode. In heidegebieden is het voor bijen en wespen wel belangrijk dat er nog andere bloeiende planten aanwezig zijn.

Het is een zeer goede drachtplant voor de Honingbij Apis mellifera. De plaatsing van kasten met Honingbijen in heidegebieden moet wel beperkt worden, om “overbegrazing” door Honingbijen te voorkomen.  

De Heidezandbij Andrena fuscipes kent een strikt gespecialiseerd bloembezoek op deze plant. De Heizijdebij Colletes succinctus wordt zeer vaak op Struikhei aangetroffen. Ook de koekoeksbijen van beide voornoemde soorten, respectievelijk de Heidewespbij Nomada rufipes en de Heideviltbij Epeolus cruciger worden vaak op Struikhei aangetroffen.  

Toch is de aanwezigheid van bloeiende Struikhei niet altijd een garantie dat de voornoemde bijen in grote aantallen worden aangetroffen.

Ook de Viltige Groefbij Lasioglossum prasinum is een frequente bezoeker van Struikhei.

Het is één van de waardplanten van de vlinders Boomblauwtje Celastrina argiolus, Grasbeertje Coscinia cribaria,  Hageheld Lasiocampa quercus, Agaatvlinder Phlogophora meticulosa, Gewone Heispanner Ematurga atomaria, Kleine Hageheld Lasiocampa trifolii, Nachtpauwoog Saturnia pavonia, Roodbont Heide-uiltje Anarta myrtillii, Zuringuil Acronicta rumicis en Groentje Callophrys rubi.

Home