NATUURLEXICON

Home


Sneeuwvlo

Boreus hyemalis


De Sneeuwvlo Boreus hyemalis, ook Sneeuwspringer genoemd, behoort tot de schorpioenvliegen. Deze soort, die donker is gekleurd,  heeft een typische langwerpige snuitvormig verlengde kop en wordt niet veel groter dan 4 mm.  

Het dier leeft in de zomer als larve onder de grond en verpopt in de late herfst. Ook de voortplanting vindt plaats in de winter. De soort vermijdt op die manier de natuurlijke vijanden, aangezien vele in winterslaap zijn.

Deze soort beperkt zijn activiteit en voortplanting tot de wintermaanden. Vanaf half oktober kan men de eerste exemplaren zien. Het dier is wel alleen actief bij een temperatuur boven het vriespunt (vanaf een temperatuur van 0 °C). De Sneeuwvlo voedt zich met dood dierlijk en plantaardig materiaal.

De Sneeuwvlo kan niet vliegen maar beweegt zich door middel van opeenvolgende sprongen van ruim 20 cm. Ook in de sneeuw kan dit dier zich dus snel voortbewegen.

De larven anderzijds hebben hete zomerse temperaturen van om en bij de  33 °C nodig voor hun ontwikkeling.  Ze ontwikkelen zich in de grond, die een losse structuur moet hebben.   

Het dier komt vrijwel alleen voor in open leefgebieden met kale of weinig begroeide plekken zoals stuifzandgebieden, duinen, oude, open bossen met bemoste plekken of  schrale graslanden. In het leefgebied moet Ruig Haarmos Polytrichum piliferum of Zandhaarmos Polytrichum juniperum aanwezig zijn. De larven voeden zich namelijk met de kleine “worteltjes” of rhizoïden van deze mossen.