NATUURLEXICON


Sloten


Sloten zijn waterlopen ten behoeve van de waterhuishouding en de landbouw. De belangrijkste functie van sloten is het afvoeren van water van akkers en weilanden, zodat deze goed bewerkbaar en bruikbaar zijn. Zij dienen tevens als perceelsafscheiding, als drinkplaats en als waterreservoir voor de beregening van de landbouwgronden in drogere periodes.

Sloten hebben een grote natuurfunctie. In en naast de sloten groeien immers talloze planten en leven er verschillende soorten insecten, amfibieën, vissen, vogels en zoogdieren. Libellen zoals de Groene Glazenmaker Aeshna viridis zijn voor hun voortplanting afhankelijk van gezonde sloten.

Sloten functioneren als habitat, refugia of migratiebakens voor verschillende faunasoorten en herbergen vaak ook een bijzondere flora.

Deze fauna en flora in en bij de sloten wordt bedreigd door vermesting, chemische bestrijdingsmiddelen en een verkeerd beheer, zoals het te vaak en op een verkeerd tijdstip uitdiepen en maaien, en een onjuiste regeling van de waterstanden.

Sloten produceren jaarlijks een enorme biomassa aan planten in vaak voedselrijke, open en goed verluchte omstandigheden. Dit resulteert in een versnelde groei van waterplanten hetgeen verlanding kan veroorzaken. Om de functionaliteit te bewaren is een periodiek beheer dus noodzakelijk.  Bij dat periodiek beheer is het zaak om de verschillende successiestadia naast elkaar te behouden, teneinde een optimale biodiversiteit te bekomen.

De plantenresten van sloten zijn een belangrijke leverancier van bio-energie (via vergisting).

Water dat in een plantenrijke sloot terecht komt, wordt zowel afgeremd als gezuiverd. Sloten hebben dus een waterbufferend effect en tegelijk zijn het biologische filters. Ze functioneren tevens als een klimaatbuffer door het capteren van koolstofdioxide. Ze vormen blauwe linten doorheen het landschap en dragen dus in gunstige zin bij tot de landschapsbeleving.     

Home