NATUURLEXICON


Rosse Vleermuis

Nyctalus noctula


De Rosse Vleermuis Nyctalus noctula is een vleermuis met een lengte van 6 tot 8 cm. Hij heeft een goudbruine pels, korte afgeronde oren en een brede, donkere snuit. Deze soort vouwt de vleugels naast het lichaam. De vleugels zijn krachtig en gepunt. Zijn vacht is kort, plat en de haren zijn eenkleurig, namelijk roestkleurig aan de boven- en onderzijde. De snuit, oren en vlieghuid zijn zwartbruin. De spanwijdte kan tot 40 cm bedragen. Het is één van de grootste inheemse vleermuissoorten.

De Rosse Vleermuis is een bosbewonende vleermuissoort. Deze soort houdt zich vooral op in holle bomen, zoals oude Beuken Fagus sylvatica, Amerikaanse Eiken Quercus rubra of Zomereiken Quercus robur. Vermits de dieren kieskeurig zijn voor wat betreft deze kraamkamers of slaapplaatsen, moeten deze oude bomen zoveel mogelijk worden behouden.

De kraamkolonies situeren zich meestal in holle bomen, soms ook in vleermuiskasten, holle betonnen lichtmasten en in spleten tussen betonplaten en spouwopeningen van hoge gebouwen. De kolonies zijn meestal klein en bestaan uit enkele tientallen dieren. Eind mei krijgen de vrouwtjes een jong.  

Ook de overwintering gebeurt vaak in holle bomen, soms onder daken en in kerktorens.

Boombewonende kolonies prefereren oude spechtenholen die naar boven toe zijn uitgerot. In het voorjaar hebben de dieren soms te lijden onder competitie met holenbroeders (Spreeuw, Kauw).

De Rosse Vleermuis is een grote, krachtige vlieger, die vaak al vóór de schemering op jacht gaat.

De soort staat bekend als een lange-afstandtrekker die tot 1600 km aflegt. Vanaf september trekken dieren van Noord- en Oost-Europa naar het zuiden. In West-Europa is de trek veel minder uitgesproken en zijn de dieren eerder sedentair.

De Rosse vleermuis jaagt bij voorkeur in waterrijke gebieden, zoals in de omgeving van grote vijvers en moerassen, boven natte weilanden en langs bosranden. Oude kasteeldomeinen met waterpartijen vormen een geliefde habitat. Zijn voedsel bestaat uit kevers (bijvoorbeeld Meikevers), nachtvlinders, langpootmuggen, kokerjuffers en dansmuggen.

In Vlaanderen gaat men ervan uit (2008) dat de Rosse Vleermuis achteruitgaat. Ook in Nederland komt deze vleermuis niet echt talrijk (meer) voor. Een belangrijke oorzaak van de achteruitgang is ongetwijfeld het verdwijnen (of verstoren) van waterrijke gebieden en moerassen en het draineren van weilanden.

Ook het tekort aan holle bomen is een groot probleem, zowel voor zomerkolonies als voor winterverblijfplaatsen. Het systematisch verwijderen van Amerikaanse Eiken Quercus rubra met veel natuurlijke holten is eveneens problematisch.

Holle bomen worden vaak geveld omwille van het gevaar voor wandelaars in recreatiegebieden.

Overwinterende vleermuizen zijn bijzonder kwetsbaar en sterven vaak doordat de kolonieboom wordt geveld. Aangezien de dieren in grote groepen bijeenkomen, wordt dan in één klap de populatie uit een grote regio getroffen.

Andere bedreigingen vormen het gebruik van insecticiden, de verstedelijking, een grootschalig bosbeheer, de kaalslag in bossen en de risico’s bij aanvliegen van windturbines.

Het (hoog) plaatsen van nestkasten als kunstmatige slaap- of nestgelegenheid kan een hulp voor deze soort betekenen.

Home