NATUURLEXICON


Rosse Sprinkhaan

Gomphocerripus rufus


De Rosse Sprinkhaan  Gomphocerripus rufus zal het meest worden aangetroffen in warme biotopen met een vrij dichte grasvegetatie, bij voorkeur dicht bij de bosrand. De soort is zonder twijfel het best vertegenwoordigd op mesofiele kalkgraslanden. Xerotherme, rotsachtige kalkgraslanden daarentegen zijn voor deze soort minder in trek.

Daarnaast komt ze voor langs weg- en spoorwegbermen, in verlaten steengroeven, in weilanden waar deze grenzen aan een warme en droge bosrand, op kaalslagen, in tuintjes, verlaten akkers en op andere ruderale plaatsen. Ook op open plekken in bossen en langs boswegen kan deze soort worden gevonden.

Deze sprinkhaan houdt zich overwegend in struiken op.

Ze komt in Vlaanderen enkel voor in de Voerstreek. In Nederland is deze soort nog aanwezig in Zuid-Limburg.

Deze soort voedt zich met verschillende grassoorten. De eieren worden in de wortels van graspollen in een beschermend omhulsel gelegd. Na de winter komen de larven uit. De metamorfose vindt plaats in augustus.

Home