NATUURLEXICON


Riviervalleigebieden


Natuurlijke rivierecosystemen vertonen naast een typerend meanderend verloop, een stroomkuilenpatroon en holle oevers nog andere kenmerken zoals oeverwallen, komgronden en donken.

Oeverwallen en komgronden vormen de overstroombare gedeelten van een riviervallei en zijn ontstaan door een verschillende manier van afzetten van de in het water meegevoerde bodemdeeltjes, telkens er overstromingen plaatsvinden. De oeverwallen bestaan vooral uit (zwaarder) zand, terwijl de achterliggende komgronden vooral zullen bestaan uit (lichtere) kleideeltjes, die slechts bezinken bij relatief stilstaand water.  

Donken zijn (fijn-)zandige opduikingen in een komgrondengebied die door hun hogere ligging niet overstroomd werden. Deze donken zijn gevormd tijdens de laatste ijstijden.

Het verschil in bodemsamenstelling tussen de oeverwallen, de komgronden en de donken heeft tot gevolg dat er zich ook gevarieerde vegetatietypes kunnen ontwikkelen.

De oeverwallen begroeien in normale omstandigheden met de zogenaamde ooibossen.

In de komgronden ontwikkelen zich moerasbossen met wilgen en elzen, aangevuld met rietvelden en open plekken met kruidachtige vegetaties. Bij een normale successie verlanden en verbossen ook de open plekken.

Een begrazingsdruk (runderen, paarden) en de dynamiek van het water zelf (vorming nevengeulen, meanders, afsterven bos door verhoogde waterpeilen,…) kan deze successie afremmen.

Ooibossen zijn in heel Europa uiterst zeldzaam geworden. Mits een gericht natuurbeheer kunnen ze opnieuw tot ontwikkeling worden gebracht.

De omvorming door de mens van rivierbegeleidende bossen naar halfnatuurlijke soortenrijke hooilanden kan nog resulteren in ecologisch waardevolle natuur.

Wanneer deze hooilanden, zoals de laatste decennia, door grondige drainage, systematisch worden omgezet in cultuurgrond, dan betekent dit een ecologische catastrofe.

We vermelden hier tevens de zogenaamde “uiterwaarden”. Dit zijn aanpalende gronden langsheen een rivier die landinwaarts bedijkt zijn en die tijdens de winterperiode (soms ook ’s zomers) onder water komen te staan bij hogere rivierpeilen.

Bovengenoemde riviervalleigebieden met de begeleidende ooibossen en overstroombare komgronden behoren samen met de tropische regenwouden tot de top van de ecologisch meest belangrijke ecosystemen op wereldschaal.

Home