NATUURLEXICON


Ringelrups      

Malacosoma neustria   


De Ringelrups Malacosoma neustria behoort tot de spinners.

De vlinder meet tot 20 mm en heeft een vleugelspanning tot 40 mm.

Het mannetje heeft geelbruine voorvleugels met donkere dwarsbanden. Het vrouwtje heeft donkerbruine achtervleugels met lichte dwarsbanden. De achtervleugels zijn lichtbruin gekleurd. Deze soort komt van juni tot augustus tamelijk algemeen voor op open en zonnige plaatsen zoals struwelen, open bossen en tuinen, ook in stedelijke gebieden.

Het vrouwtje zet haar eitjes af in een dichte ring om een tak. De eitjes overwinteren. De rupsen zijn bontgekleurd met lichtblauwe, oranje, zwarte en witte strepen.  

De waardplanten van de rupsen zijn allerlei soorten loofbomen en struiken, zoals Sleedoorn Prunus spinosa, Boswilg Salix caprea, Haagbeuk Carpinus betulus, Zomereik Quercus robur, Eenstijlige Meidoorn Crataegus monogyna en fruitbomen zoals Appel Malus domestica en Gekweekte Peer Pyrus communis. Vroeger werden Iep-soorten Ulmus species soms als waardplant gekozen. De verpopping gebeurt in een gesponnen cocon.    

De rupsen leven tot in het volgroeide stadium bij elkaar in spinsels. De verpopping gebeurt in een stevige gele cocon dicht bij de grond tussen stengels en plantenresten.

Home